‘Geen haar op mijn hoofd,’ is het antwoord van culinair auteur en presentator Nadia Zerouali op de vraag of zij zelf een plek als volksvertegenwoordiger in het parlement zou willen vervullen. Zerouali is in het verleden weleens gevraagd om de politiek in te gaan. En hoewel zij het vak als ‘nobel’ bestempelt, heeft Kamerlid zijn voor haar een afstotende werking, onder andere door de waan van de dag waar menig Kamerlid mee bezig is.
Dat gevoel deelt zij met – soms nog zittende – parlementsleden die de afgelopen tijd besloten (voortijdig) de Kamer te verlaten. Wat gaat er mis? In de documentaire Help! Wie wil het volk vertegenwoordigen? spreekt Zerouali Kamerverlaters, onder wie Attje Kuiken (PvdA), Klaas Dijkhoff (VVD), en Sylvana Simons (Bij1), en onderzoekt zij met politiek-kenner Felix Rottenberg ‘de leegloop van de Tweede Kamer’. Oud-correspondent Verenigd Koninkrijk Tim de Wit levert ook een bijdrage aan het programma en werpt licht op het Britse Lagerhuis en het Duitse Bondsdag. Hoe doen parlementariërs het daar en kan Nederland er iets van leren?
‘Duitse en Britse parlementsleden krijgen onder andere veel meer financiële middelen ter ondersteuning van het werk,’ licht Zerouali toe. ‘Tegelijkertijd waarderen de parlementariërs daar juist ons parlement waarin zelfs eenmansfracties een stem krijgen. Maar dit gegeven leidt hier mede tot een enorme werkdruk: 150 zetels verdeeld over 21 fracties waarbij iedereen z’n zegje wil en moet doen. Soms duurden de debatten tot twee uur ’s nachts. En er is een gebrek aan medewerkers. De werkdruk was achteraf gezien “abnormaal”, zoals bijvoorbeeld Dijkhoff met mij deelde.’
‘De rol van sociale media wordt ook vaak genoemd als het gaat over de onveilige werkomgeving,’ vervolgt Zerouali. ‘Persoonlijke bedreigingen aan het adres van Kamerleden zorgen voor een inbreuk op hun leven. Ook opvallend: dikwijls wordt er achter de schermen goed overlegd tussen verschillende politieke partijen. Maar onder druk van reacties op sociale media en de rol die de media zelf spelen, besluiten partijen teleurstellend genoeg om niet het positieve verhaal naar buiten te brengen, maar een boodschap die de focus legt op wat de partijen onderling verdeelt. Mediakanalen, ook de gevestigde, spelen in op onderbuikgevoelens waarbij mensen de neiging hebben te polariseren. Voordat ik meewerkte aan deze documentaire werkte dat mechanisme ook door in mij. Ik veronderstelde dat Kamerleden die politiek ver van mij afstonden hoogstwaarschijnlijk ook onsympathiek zouden zijn. Inmiddels weet ik dat parlementsleden hele loyale, integere personen zijn, die allemaal hetzelfde ideaal ambiëren: een beter Nederland. Het gaat erom dat je naar elkaar blijft luisteren. In het programma vragen wij de geïnterviewde (oud)Kamerleden wat zij politici adviseren die na de verkiezingen in de Kamer terechtkomen. En wat er moet veranderen om het nobele vak aantrekkelijk te maken of te houden.’