Een verkrachting in slow-motion, zo noemt een bejaarde bewoner van het Chelsea Hotel de renovatie die zich al ruim tien jaar voortsleept. Een buurvrouw, even oud en excentriek, weet wel waarom de klus maar niet af komt: de vele geesten die hier rondwaren verzetten zich ertegen. Dat beaamt zelfs een van de bouwvakkers, die tijdens het werken een onrustige energie zegt te ervaren.
In de documentaire Dreaming Walls: Inside the Chelsea Hotel (2022) staat nu eens niet de roemruchte geschiedenis van het monumentale hotel/appartementencomplex in New York centraal, maar het onzekere heden. Rond 2008 besloot een nieuwe eigenaar het pand te transformeren van shabby kunstenaarsparadijs tot luxe boetiekhotel, en sindsdien is het laatste restje vaste bewoners in rep en roer. De film, mede geproduceerd door Martin Scorsese, schetst een mooi weemoedig portret van dit onverzettelijke clubje bohemiens. Belgische regisseurs Amélie Van Elmbt en Maya Duverdier hanteren een losse, poëtische stijl die aansluit bij eerdere films over het hotel, zoals Andy Warhols experimentele Chelsea Girls (1966), maar die ook wel het nodige van de kijker vraagt. Verklarende tekstjes of voice-overs zijn er niet, en de historische context wordt als bekend beschouwd. Misschien wel handig dus om het geheugen nog even op te frissen – wat moet je vooraf weten?