‘Een vergeten crisis’, noemt het Rode Kruis de humanitaire ramp in Soedan. Al ruim een jaar woedt er een meedogenloze oorlog in het Oost-Afrikaanse land. Zeker 25 miljoen mensen zijn in nood, bijna negen miljoen op de vlucht. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (hrw) spreekt van martelingen, verkrachtingen, etnisch geweld en zelfs genocide. Toch weten we in Nederland weinig over de oorlog in Soedan – volgens het Rode Kruis omdat onze ogen op andere crises zijn gericht, zoals die in Gaza en Oekraïne.
De crisis in Soedan is het resultaat van een complexe combinatie van politieke, economische en sociale factoren. De huidige crisis kwam in een stroomversnelling nadat dictator Omar al-Bashir in april 2019 door de Sudanese Armed Froces (saf) en de paramilitaire Rapid Support Forces (rsf) werd afgezet, na maandenlange protesten tegen zijn regime. De militaire overgangsraad nam de controle en beloofde met de oppositie samen te werken aan een overgangsregering. Maar in 2021 grepen de saf en de rsf de macht. Ze keerden zich tegen het Soedanese volk – én tegen elkaar – met een van de grootste conflicten in de Afrikaanse geschiedenis tot gevolg.