Een nieuwe lichting documentairemakers studeerde onlangs af aan de Nederlandse Film Academie. Een opvallende rode draad in de afstudeerfilms: verlies. 

Ondanks vrijwel volledige artistieke vrijheid, richten alle afstudeerdocumentaires van de Nederlandse Film Academie zich bijzonder genoeg op hetzelfde hoofdonderwerp: verlies. Dat is niet raar, vindt student Merel Hogerheijde. ‘Het is een thema dat in al onze privélevens een grote rol speelt,’ legt ze uit. Haar documentaire Toen we jongens waren volgt een hechte vriendengroep van acht mannen die samen een week in Normandië doorbrengen. Een onvergetelijke vakantie, net zo onvergetelijk als de dierbare vriend die ze het jaar daarvoor verloren. Hogerheijde: ‘Ze hebben in die week onderling veel gespreken gevoerd, wat voor hun heel fijn was. Maar ik vond het belangrijk om te laten zien dat het ook nog steeds leuk kan zijn met elkaar en er niet alleen maar verdriet is.’

Dat ze een film over een mannelijke vriendengroep maakte, komt vooral voort uit haar fascinatie voor jongensdynamiek, iets waar haar medestudenten van op de hoogte zijn. ‘Sowieso iets met jongens zeiden mijn klasgenoten toen we elkaar over ons afstudeerprojectidee moesten vertellen,’ vertelt ze met een glimlach. ‘Ooit, twee of drie jaar geleden, had ik een filmplan opgeschreven waarin ik een vriendengroep zou willen volgen na het verlies van een vriend. Maar, toen gebeurde dat in mijn eigen leven opeens van heel dichtbij.’ Daardoor kwam er niks meer van terecht, tot nu. Het resultaat is een prachtig, ontroerend portret van vriendschap en het stilletjes verwerken van verlies. ‘Knap hoe het Merel is gelukt om de pijn van het rouwen weer te geven, zonder dat je het daadwerkelijk uitgesproken wordt, vindt medestudent Nour Alkheder.

Zij maakte ook een film over verlies. Maar waar Toen we jongens waren zijn licht schijnt op het verliezen van een dierbare binnen een veilige basis – zijnde een hechte Amsterdamse vriendengroep – richtte Alkheder zich voor haar documentaire op het verlies van juist die veilige basis. Want wat als je je thuisstad en vrienden achter je moet laten? Wat vraagt het van jou als je moet inburgeren, terwijl je nog heel veel van je eigen cultuur met je meedraagt? In Teken mij een thuisland verkent Alkheder – naast de grenzen van de documentaire met fictieve filmelementen – de grenzen die mensen soms gedwongen zijn over te steken. Aan de hand van interviews komt naar voren hoe het voelt als het label ‘vluchteling’ altijd achter je naam volgt en je het idee krijgt dat je nog maar een nummertje bent. Hoe het is om je verdoofd te voelen. Tijdens het Nederlands Film Festival in september ontving Alkheder de VPRO-documentaireprijs voor haar afstudeerproject.

‘Het was een grote uitdaging om met jongeren die gevlucht zijn in gesprek te gaan, want we filmden deze documentaire twee weken na 7 oktober 2023. Ik denk dat er daardoor bij sommigen in de film een bepaald soort felheid te merken is. Dat heb ik erin gelaten, want de film is daardoor ook een spiegel van wat er nu aan de hand is,’ vertelt Alkheder. Daar is Hogerheijde het op haar beurt mee eens: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is om de verhalen die Nour gebundeld heeft in haar film te blijven vertellen.’

Nacht van de filmacademie

zaterdag 30 november

NPO 3 23.15-1.10

de nieuwste documentairetips in je mailbox?