In Northern Winds, het eerste deel van een vierdelige serie korte films over grensverkennende kunstenaars en wetenschappers, volgt de Nederlands-Braziliaanse regisseur Maria Ramos (bekend van documentaires als Secret Friend, The Trial, Justice en Desi) de Braziliaanse kunstenaar Jonathas de Andrade (1982).
In Andrade’s werk, opgenomen in de collecties van onder meer het Guggenheim en het MoMa, speelt zijn afkomst uit het noordoosten van Brazilië een belangrijke rol. In zijn projecten werkt hij vaak samen met lokale, veelal sociaaleconomisch gemarginaliseerde gemeenschappen. Groepen die hij een stem geeft, wier verhalen hij vertelt, verhalen over identiteit, over scheve machtsverhoudingen, over de rol van traditie en moderniteit. Zo ook in Northern Winds.
In Ramos’ film portretteert De Andrade lokale vissers in zijn geboorteplaats Maceió, de jangadeiros, die van oudsher gebruik maken van bijzondere houten zeilscheepjes. Het levert prachtige, poëtische beelden op, in het bijzonder van de bijzondere methode waarmee ze, in een gezamenlijke inspanning, hun schepen van het strand naar de zee (en terug) transporteren, op grote rollen.
De jangadeiros inspireerden eerder al Orson Welles, die in 1941 in Brazilië was voor een filmproject over het carnaval, tot het maken van een film (hij maakte opnamen, maar de film zou nooit uitkomen, en het materiaal raakte zoek, tot in 1981 ergens in een kluis blikken vol nitraatfilms opdoken). Tegenwoordig varen ze nog steeds uit, maar hun traditionele manier van vissen is aan het verdwijnen. De cultuur leeft echter voort in een andere gedaante. ‘Ze passen in de logica van het toerisme,’ zegt De Andrade, ‘waar ze vroeger vis vingen, nemen de vissers nu mensen mee op een romantische reis.’
Die romantische blik op dat traditionele vissersleven vormt ook in De Andrade’s eigen project over de jangadeiros een belangrijk ingrediënt, die hem hem als instrument dient, zegt hij: ‘Ik heb altijd geloofd in de universaliteit van mijn werk en dat ik het exotische beeld van Brazilië, van Zuid-Amerika, kan gebruiken om over universele onderwerpen te praten. Door te verwijzen naar een aantal stereotiepe aspecten van Brazilië, zoals het tropische karakter en seksualiteit, kan het publiek zich ontspannen (...) en terwijl ze dat doet, kan het verrast worden door de vragen die worden opgeroepen.’