Hoe staat het er een jaar na de machtsovername door de taliban voor in Afghanistan? De rapporten die mensenrechtenorganisatie Human Right Watch (HRW) onlangs uitbracht schetsen een somber beeld van het land, waar de Amerikanen de afgelopen twintig jaar honderden miljarden dollars in hebben gepompt. Een deel daarvan, 143 miljard, is naar de wederopbouw gegaan, maar daar is weinig van te merken. De economie is ingestort omdat buitenlandse overheden sinds afgelopen zomer internationale economische transacties inperken en ontwikkelingshulp op het gebied van bijvoorbeeld gezondheid en educatie drastisch beknotten. Miljoenen Afghanen zijn hierdoor hun inkomen verloren.
De taliban zijn op hun beurt niet bereid om constructief samen te werken met buitenlandse financiële instituten, zodat het land zich economisch verder isoleert. Het overgrote deel van de bevolking kampt inmiddels met voedselonzekerheid. Daarnaast snoeren de taliban de media de mond en worden willekeurig mensen opgepakt, gemarteld en geëxecuteerd. Isis-milities gelieerd aan Afghanistan plegen op grote schaal aanslagen op religieuze minderheidsgroepen, terwijl de taliban de andere kant op kijken.
De toch al lang onderdrukte lhbtiq+-gemeenschap verkeert nu meer dan ooit in groot gevaar. HRW beschikt over schrikbarende verklaringen van Afghanen die zijn verkracht, gemarteld of aangevallen vanwege hun genderidentiteit of seksuele geaardheid. Op het gebied van vrouwenrechten is Afghanistan twintig jaar terug in de tijd gegaan. Vrouwen kunnen alleen nog de deur uit onder begeleiding van een mannelijk familielid. Ze mogen vrijwel nergens meer werken voor zo ongeveer alle meisjes is scholing op middelbaar niveau afgeschaft. De taliban hebben het departement voor Vrouwenzaken opgeheven en het gebouw waarin dit gehuisvest was biedt nu onderdak aan het ministerie van Deugdzaamheid.