Gwendolyn Brooks
Maud Martha
Het vrijwel plotloze portret dat gelauwerd dichteres Gwendolyn Brooks (1917-2000) in 1953 in haar enige prozawerk schetste van de opgroeiende zwarte vrouw Maud Martha (De Arbeiderspers) is nog steeds een wonder van ingetogen poëtische nuance. In 34 vignetten lezen we hoe ze als meisje in het Chicago van de twenties hield van ‘zuurtjes en boeken; en paardenbloemen’, die ‘alledaagse gele juweeltjes’ waarin ze zichzelf herkende. Hoe ze later een lauwwarm huwelijk heeft met de iets lichthuidiger Paul, zich tevredenstelt met een ‘appt. Met kl. keuken’ maar zonder badkamer, armoede en bescheiden dromen kent. Een doodgewoon leven. Maar wel zo minutieus opgeroepen dat een scène waarin een racistische warenhuis-Kerstman Mauds dochtertje negeert, je dwars door je ziel snijdt.
(Dirk-Jan Arensman)