Elke week tipt de VPRO Boekengids drie nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van Frances Hodgson Burnett, Sasja Filipenko, Guido van Heulendonk en W.H. Auden.

Frances Hodgson Burnett
De kleine Lord

In 1886 ontpopte een Amerikaans-Engels jongetje in een fluwelen pakje zich tot stijlicoon. Deze Little Lord Fauntleroy kwam uit de pen van Frances Hodgson Burnett en werd razend populair. Hoewel De geheime tuin haar onbetwiste meesterwerk blijft, is ook De kleine Lord (Leopold) nog altijd zeer de moeite waard. Imme Dros vertaalde deze fondanten klassieker, over een intens goedaardig Amerikaans jongetje dat de erfgenaam blijkt van zijn norse, Engelse adellijke opa. Een heerlijk ouderwets verhaal over de klassenmaatschappij, waarin deugden als eenvoud, beschaving en naastenliefde zegevieren en waarin woorden gebruikt worden die je in hedendaagse jeugdliteratuur nog maar zelden tegenkomt. Nu verschenen in een oogstrelend mooie, in linnen gebonden uitgave met leeslint en goud op snee.

(Katja de Bruin)

Sasja Filipenko
Uitgewist

De Wit-Rus Sasja Filipenko, journalist, dissident en ex-tv-presentator, is in Belarus bij verstek tot twintig jaar cel veroordeeld. Naast fel gekant tegen Loekasjenko en Poetin, is hij ook hij goed voor inmiddels zes romans, waarvan hier nu ook Uitgewist (Meridiaan) is verschenen. In Minsk vertelt de negentigjarige Tatjana met beginnende alzheimer haar onvoorstelbare levensverhaal aan haar nieuwe buurman Sasja. In 1941 krijgt ze in Moskou als typist en vertaler op Buitenlandse Zaken een lijst uit Roemenië met Russische krijgsgevangenen waarop ook de naam van haar man. Hij leeft dus nog, maar juist daarom zullen Stalins beulen als hij vrijkomt met hem én haar willen  afrekenen. Dan maakt Tatjana in de lijst bewust een vertaalfout, met levenslange consequenties.

(Maarten van Bracht)

Guido van Heulendonk
Een kroon met twee pieken

Ex-ambtenaar Werner Vrysoone lijkt geen spetterend personage wanneer hij op pagina één van Een kroon met twee pieken (De Arbeiderspers) op ‘een natte, grijze middag in december’ 2020 (‘zo’n typisch weertje waarbij je dacht: fuck diabetes’) een extra suikerklontje door zijn thee roert. Maar wat componeerde Guido van Heulendonk een toproman rond zijn familie en verleden. Meanderend door de tijd lezen we over zijn (puber)vriendengroep, hun opmerkelijke loopbanen en, eh, de zijne. Over zijn jeugdliefde, weduwnaarschap en  tweede huwelijk. Over zijn twee dochters (van wie één biologische) en hun complexe, door trauma getekende relatie. Al die elementen en geschiedenissen, gelardeerd met krantenartikelen, schoolspreekbeurten en e-mailberichten, raken op ingenieuze wijze met elkaar verknoopt én voeren naar een heuse aardschokontknoping.

(Dirk-Jan Arensman)

W.H. Auden
Tijdelijke helden

Menig lezer zal met W.H. Auden (1907-1973) hebben kennisgemaakt dankzij die ontroerende scène in Four Weddings and a Funeral (1994) waarin zijn ‘Funeral Blues’ werd voorgedragen. (‘Stop all the clocks…’) Dat de duizelingwekkend productieve Auden véél meer was dan een hoogst toegankelijke dichter van liefde en verdriet alleen bewijst de kloeke bloemlezing Tijdelijke helden (Van Oorschot) van vertaler Han van der Vegt. In dik zeshonderd tweetalige pagina’s komen taaiere verzen voorbij, zoals die strofen over een paar eeuwen Europese kerkgeschiedenis. Maar toch vooral veel technisch virtuoze en zeer citeerbare gedichten waarin hij geschiedenis en (politieke) actualiteit bezong, of tijdloos elke dictator typeerde: ‘Wanneer hij lachte, bulderden de heren der senaat/en als hij huilde, stierven kleine kinderen op straat.’

(Dirk-Jan Arensman)

de boekengids in je mailbox?