Elke week tipt de VPRO Boekengids drie nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van Hans Andreus, Alejandro Zambra, John Jansen van Galen en Ayaan Abukar.

Hans Andreus
Je bent zo mooi anders

Voor de op de (commercie)kalender opdoemende Valentijnsdag zijn slechtere geschenken denkbaar dan Je bent zo mooi anders (Leopold). Omdat de sowieso te weinig meer gelezen Hans Andreus (1926-1977) elders verscheidene gedichten en een roman aan zijn alter ego Valentijn wijdde. Maar vooral omdat in deze bloemlezing van ‘liefdevolle gedichten’ enkele van de meest romantische uit de Nederlandse poëzie staan. Het titelgedicht. ‘Ik heb je liever’. Het stervensmooie ‘Voor een dag van morgen’. Of dat sonnet ‘van de kleine waanzin’ dat begint met: ‘Ik heb je lief. Men kan het niet, nooit helpen./Jij bent de aarde en wat daarbij is./Ik leef niet meer. Ik leef van je gemis./Ik ben een wond. Ik ben niet meer te stelpen.’ Onverslijtbaar zwijmelwerk.

(Dirk-Jan Arensman)

Alejandro Zambra
Vadertaal

‘De literatuur heeft vrijwel alle ruimte voor reflectie die het vaderschap vergt prijsgegeven aan de zelfhulpsector’, aldus Alejandro Zambra, en daar wil hij met Vadertaal (Meridiaan) verandering in brengen. Op zijn tweeënveertigste werd hij vader van zoon Silvestre, en dat is voor hem ‘een waar feest’. Gelukkig is hij een veel te goeie schrijver om te blijven hangen in sentimentele observaties. Schrijven over je kinderen is, zeker voor mannen, nog altijd een hachelijke zaak. Zambra laat zien hoe het ook kan. Bespiegelingen over (kinder)literatuur, de waarde van herinneringen en de werking van het geheugen vervlecht hij met mooie impressies van zijn eigen vaderschap. Zoals wanneer hij zijn zoontje probeert uit te leggen hoeveel voetbal voor hem betekent.

(Katja de Bruin)

John Jansen van Galen
Achterdocht

Oudgediende John Jansen van Galen nam vorig jaar voor veertiendaagse opiniekrant Argus interviews af met historici en andere deskundigen rond de vraag of ons democratische bestel z’n langste tijd gehad heeft, zoals politicoloog David Runcie verkondigde, of dat ze nog houdbaar blijft. Elf ervan werden gebundeld in Achterdocht. Democratie in de rui (De Kring), over de kiezer op drift, het wantrouwen jegens de politiek en verwijdering tussen burger en overheid. Historicus Maarten van Rossem (1943), BBB-beleidsmedewerker Alexander Hendriks (1996) en tussenliggende jaargangen – Remieg Aerts, Frank Ankersmit, Carla van Baalen, Beatrice de Graaf, James Kennedy, Sarah de Lange, Piet de Rooy, Henk te Velde, Gerrit Voerman – duiden onze bestuursvorm en plaatsen die in soms verrassend (historisch) perspectief.

(Maarten van Bracht)

Ayaan Abukar
Hotel Mogadishu

Na jaren afwezigheid keert Ayaan Abukar terug naar haar geboortestad Mogadishu. Ze wordt gegrepen door de zee, de zon en de veerkracht van deze door oorlog geteisterde plek. Als ze een baan krijgt aangeboden als adviseur van de kustwacht zegt ze ja, om vervolgens aan den lijve te ervaren hoe het is om te wonen en te werken in een instabiel land met fragiele instituties; de continue dreiging van een aanslag, de vele doden, de privileges die wel voor haar, als Nederlandse Somalische, gelden maar niet voor degenen die de oorlog nooit ontvluchtten. In Hotel Mogadishu (Van Oorschot) doet Abukar verslag van dit avontuur, en geeft ze de stad waar ze ondanks alles zo van houdt een gezicht.

(Katja de Bruin)

de boekengids in je mailbox?