Elke week tipt de VPRO Boekengids drie nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van R.F. Kuang, Lore Segal, Jenny Erpenbeck en Maarten van Rossem.

R.F. Kuang
Yellowface

Wanneer bestsellerschrijfster Athena Liu tijdens een gezamenlijk avondje stikt in een pannenkoek, grijpt haar al jaren stikjaloerse collega/frenemy June Hayward haar kans: ze steelt het manuscript van Liu’s nieuwste meesterwerk, een historisch epos over de 140.000 Chinese arbeiders die het Britse leger tijdens WOI ronselde, en publiceert het als haar eigen werk, onder het ‘raciaal ambigue’ pseudoniem Juniper Song. In Yellowface (House of Books) van R.F. Kuang vertelt June/Juniper hoe haar schrijvers(roem)dromen uitkomen, maar ook hoe het in stand houden van haar bedrog uiteindelijk horrorverhaalachtig hachelijk wordt. Resultaat is een smakelijke satirische thriller over het struikelende diversiteitsstreven in de letteren, waarin in een twitterstorm halverwege zowel de hijgerige cancelkuddes als de trollenlegers van dom recht zwartkomisch vertegenwoordigd zijn.

(Dirk-Jan Arensman)

Lore Segal
Huizen van anderen

In december 1938 werd de tienjarige Lore Segal vanuit Wenen met honderden Joodse lotgenootjes op het eerste Kindertransport naar Engeland vervoerd. In haar nu vertaalde romandebuut uit 1964 beschrijft ze hoe ze zeven jaar doorbracht in Huizen van anderen (Cossee). Hoe ze werd opgevangen door een reeks zéér uiteenlopende pleeggezinnen. En hoe ze haar ouders middels brieven eveneens in veilige Britse haven wist te krijgen, waar haar vader, van topaccountant tot tuinman gedegradeerd, spoedig stierf. Een indringend, verrassend geestig relaas, ook door de nadruk op het soort details dat een scherpkijkend kind bezighoudt. Dat meegesmokkelde worst die in de trein tot haar gêne een intense rottingsgeur verspreidt, bijvoorbeeld. Commentaar van een reisgenote: ‘En hij is niet eens koosjer.’

(Dirk-Jan Arensman)

Jenny Erpenbeck
Kairos

Oost-Berlijn, 1986. Tijdens een zomerse hoosbui ontmoeten Katharina en Hans elkaar. Zij is negentien, maar ‘ziet eruit als zestienenhalf. Hoogstens.’ Hij is 53, getrouwd, en romanschrijver. ‘Toen zijn eerste boek verscheen, was zij net geboren. Hij leerde lopen onder Hitler.’ Terwijl in Oost-Duitsland de bevrijdende wind uit het westen steeds harder waait, vallen deze twee voor elkaar, hard en diep. Als hij haar mee uit eten neemt, ziet hij ‘terloops dat ze weet hoe je vis fileert’. Als zij hem uitkleedt, ziet ze dat zijn sokken passen bij zijn overhemd. Jenny Erpenbeck laat in Kairos (De Geus) deze clandestiene liefde voluit opbloeien, om die vervolgens te laten ontaarden in een sadistisch steekspel dat steeds verontrustender vormen aanneemt.

(Katja de Bruin)

Maarten van Rossem
Over populisme en democratie

Naar aanleiding van de verkiezingsuitslag waarbij de PVV van Wilders vorig jaar de grootste partij van Nederland werd, breidde Maarten van Rossem zijn analyse Waarom is de burger boos? (2010) uit tot Over populisme en democratie (Nieuw Amsterdam). Hierin fileert de historicus, in zijn van tv-optredens bekende vasthoudende betoogtrant, al docerend en rederenerd stapje voor stapje het op zichzelf al tegenstrijdige gedachtegoed en streven van het hedendaagse populisme, voorgesteld als de strijd van het goede maar belazerde volk versus een kwaadaardige elite, als gevaarlijk want democratievijandig. Wist ik allemaal, zult u denken. Toch aanbevolen, want Van Rossem maakt vooral duidelijk dat de opkomst van Fortuyn, Verdonk, Baudet, Van der Plas en blijvertje Wilders dezelfde algemene kenmerken vertoont.

(Maarten van Bracht)

de boekengids in je mailbox?