Wanneer auteur Thelonious ‘Monk’ Ellison (Jeffrey Wright) van zijn agent hoort dat zijn boeken ‘niet zwart genoeg zijn om te verkopen,’ schrijft hij uit frustratie een roman gevuld met zwarte stereotypen. Hij wil dat het boek de literaire wereld een spiegel voorhoudt, over hun verering van 'echte en rauwe' verhalen over de strubbelingen van zwarte mensen. Hij noemt het boek Fuck, doet alsof het geschreven is door een voortvluchtige crimineel en denkt dat het daardoor niet te publiceren is. Natuurlijk wordt het een razend succes. Hij krijgt een voorschot van 750 duizend dollar en een filmdeal.
Debuterend regisseur Cord Jefferson baseerde het scenario van American Fiction op de satirische roman Erasure uit 2001, waarin schrijver Percival Everett kritiek uit op de literaire wereld en hun verering van 'echte en rauwe' verhalen over de strubbelingen van zwarte mensen.
De kritiek op het literaire circuit uit Erasure stamt duidelijk uit de eeuwwisseling, toen veelgeprezen boeken over zwarte mensen vaak werden geschreven in zwarte spreektaal. Dat is niet meer zo. Gelukkig verlegt American Fiction de focus naar een kritiek op Hollywood. En dat is niet de enige aanpassing. Terwijl Everett het hele boek Fuck in zijn roman opnam, zien we in American Fiction bijvoorbeeld slechts een stukje. In plaats daarvan focust de film op Ellisons persoonlijke leven. Zo laat de film zien wat er anno nu nodig is om een wit publiek te trekken: geen traumaporno over de strubbelingen van arme mensen (zoals in Fuck), maar een herkenbaar persoonlijk verhaal over de culturele elite (zoals dat van Ellisons persoonlijke leven).