Een Israeliër zonder artistieke aanleg maakt in Parijs binnen enkele jaren naam als beeldend kunstenaar Absalon, tot hij op zijn 28ste overlijdt aan aids.

Volgens de Frans-Israëlische kunstenaar Absalon (1964-1993) waren er drie manieren om te leven zonder je te conformeren aan de maatschappij: kunstenaar zijn, gek zijn, of gangster zijn. Hij koos voor die eerste optie, toen hij als 22-jarige uit het Israëlische Ashdod een enkeltje Parijs kocht. Hij heette toen nog Meir Eshel en had geen enkele artistieke achtergrond. Zeven jaar later was hij een veelgeprezen kunstenaar. Absalon is vooral bekend van zijn Cellules: zes spierwitte huisjes, niet groter dan caravans, vaak kleiner.

In de documentaire The Seven Years of Absalon (David Ofek en Amit Azaz, 2022), te zien als aflevering van Close up, gaat zijn jongere broer Dani Eshel, die fysiek sprekend op hem lijkt, langs bij mensen in Parijs die Absalon nog gekend hebben, zoals kunstenaar Christian Boltanski, van wie hij les kreeg op de kunstacademie. Absalon hield het daar niet lang uit vanwege zijn anti-autoritaire karakter, maar Boltanski zag zijn talent en hielp hem zijn weg te vinden.

Jacques, Absalon en Christian Boltansky

Ook had de jonge kunstenaar veel aan zijn oom Jacques Ohayon, die hem introduceerde in het artistieke milieu van Parijs. ‘Hij sprak nooit over zijn familie, Israël of zijn Joods zijn,’ herinnert Boltanski zich. ‘Zijn verleden bestond niet. Hij was een beetje als een engel. Hij kwam nergens vandaan.’ Inderdaad wilde Absalon liever niet als Fransman of Israëliër gezien worden. ‘Ik leef in mijn constructies,’ zei hij over zijn Cellules. ‘Het is een vaderland dat niet bij de gedwongen geografie hoort.’ En zo had die witte cel nog wel meer functies en betekenissen. ‘Het huis is bedoeld om mijn universum te zuiveren,’ zei Absalon. De cel, of het concept ervan, hielp hem in het heden te leven. ‘Als ik een boek koop moet ik er een wegdoen, want ik kan niet verzamelen. De cel dwingt me om het absolute minimum te doen.’ Volgens zijn broer bedacht Absalon de cellen pas toen hij al wist dat hij aids had – hij zou er op zijn 28ste aan overlijden. Een kunstcriticus die dat niet wist zei eens tegen Absalon dat zijn cel wel wat weg had van een graftombe. ‘Ja,’ zei de kunstenaar, ‘zo kun je het noemen.’

Close up: The Seven Years of Absalon

dinsdag 28 november

NPO 2 22.40-23.30

de nieuwste documentairetips in je mailbox?