Volgens de Frans-Israëlische kunstenaar Absalon (1964-1993) waren er drie manieren om te leven zonder je te conformeren aan de maatschappij: kunstenaar zijn, gek zijn, of gangster zijn. Hij koos voor die eerste optie, toen hij als 22-jarige uit het Israëlische Ashdod een enkeltje Parijs kocht. Hij heette toen nog Meir Eshel en had geen enkele artistieke achtergrond. Zeven jaar later was hij een veelgeprezen kunstenaar. Absalon is vooral bekend van zijn Cellules: zes spierwitte huisjes, niet groter dan caravans, vaak kleiner.
In de documentaire The Seven Years of Absalon (David Ofek en Amit Azaz, 2022), te zien als aflevering van Close up, gaat zijn jongere broer Dani Eshel, die fysiek sprekend op hem lijkt, langs bij mensen in Parijs die Absalon nog gekend hebben, zoals kunstenaar Christian Boltanski, van wie hij les kreeg op de kunstacademie. Absalon hield het daar niet lang uit vanwege zijn anti-autoritaire karakter, maar Boltanski zag zijn talent en hielp hem zijn weg te vinden.