Hotelkamers die in een uiterst smerige toestand zijn achtergelaten, operatiekamers met bloedspetters op de vloer, treinstations met overvolle vuilnisbakken; we zijn ons maar weinig bewust van alle inspanning die het kost om ons land spic en span te houden. In de 2Doc Onzichtbaar (KRO-NCRV), die vorige maand tijdens het Nederlands Film Festival in première ging, komen in anderhalf uur fraai gekadreerde beelden voorbij van het diverse en noodzakelijke schoonmaakwerk dat dagelijks wordt verricht. Regisseur Gabriëlle Provaas verweeft dit met boeiende portretten van een aantal schoonmakers, wier sympathieke verhalen je meteen grijpen.
In de film van Provaas, die eerder de documentaires Ouwehoeren en Plastic harem maakte, volgen we onder meer Gulcan, een toegewijde grootmoeder die iedere werkdag vier uur met het openbaar vervoer naar diverse panden moet afreizen, en tussendoor rijlessen neemt. Tijdens een demonstratie in Amsterdam zien we strijdlustige hotelmedewerkers die zich hebben aangesloten bij vakbond FNV en een weekendtoeslag eisen – iets wat ze als enige schoonmakers in ons land niet ontvangen. En wanneer de immer stralende teamleider Asah uit Kameroen, die al vijftien jaar op de TU Delft schoonmaakt, door een collega wordt gevraagd waarom hij altijd maar blijft hangen, antwoordt hij in tranen dat hij thuis zijn kinderen mist.
De film eert niet alleen hardwerkende zielen, maar benadrukt ook dat onze samenleving mede door hen draaiende wordt gehouden. Iets wat we ons vaak pas realiseren wanneer er een staking wordt afgekondigd (zoals in februari dit jaar, toen vuilnisophalers in de Utrechtse binnenstad hun werk neerlegden). In Onzichtbaar duidt de Gambiaanse schoonmaker Kissi zijn beroepsgroep dan ook terecht als volgt: ‘Het is jammer dat als mensen je bezig zien, ze een verkeerd beeld van je hebben. Maar als ze zichzelf zouden afvragen: kan ik overleven zonder schoonmakers? Dat is onmogelijk. Een dokter kan zijn stropdas omdoen en een bril opzetten, maar als het niet schoon is kan hij niet werken.’