In de Sovjet-Unie werd vrijwel alles centraal gepland en uniform gefabriceerd. Zoniet de bushokjes, die de wonderlijkste vormen mochten aannemen. Christopher Herwig heeft ze vastgelegd in twee fotoboeken en de documentaire Soviet Bus Stops.

De Canadese fotograaf Christopher Herwig heeft op veel plekken in de wereld gewoond en gewerkt. In dienst van de Verenigde Naties legde hij de vredesmissie in Liberia vast, en voor ontwikkelingsorganisaties en ngo’s bezocht hij de armste regio’s op aarde. Zijn foto’s – van het Pamirgebergte in Tadzjikistan tot de regenwouden van West-Afrika – werden gepubliceerd in GEO, CNN Traveller, Geographical en Lonely Planet.

Omdat de (voormalige) Sovjet-Unie een geheimzinnige aantrekkingskracht op hem uitoefende, besloot Herwig in 2000 tot een fietstocht van Londen naar Sint-Petersburg. Eenmaal in Wit-Rusland en de Baltische staten oogden bebouwing en landschap behoorlijk saai, maar de uit de Sovjettijd stammende bushokjes langs de weg vielen juist op door hun ongewone, soms bizarre vorm en aankleding. Ze waren ook allemaal verschillend, maar hoe was dat mogelijk, aangezien onder het communisme alles centraal werd gepland en uniform moest uitgevoerd

Een fascinatie was geboren. De bijzondere, kunstzinnige abri’s, in alle voormalige Sovjetrepublieken en Rusland voorhanden, staken aangenaam af bij de voortbrengselen van het socialistisch realisme in kunst en architectuur. Vergeleken bij twintig meter hoge standbeelden van Lenin of van stoere arbeiders en kosmonauten die met een martiale blik naar de socialistische einder staren zijn de grappige, pretentieloze bushokjes een verademing.

Omsk, Rusland, 2013

Şımkent, Kazachstan, 2005

Kootsi, Estland, 2013

Artistiek verzet

Herwig begon de bushokjes te kieken en te verzamelen en probeerde uit te vinden door wie en in wiens opdracht ze waren gemaakt. Een hobby groeide uit tot een langdurig project toen de Herwigs naar Almaty in Kazachstan verhuisden en het fotografische werkterrein zich van de Kaukasus en alle andere ‘stannen’ tot aan Vladivostok uitbreidde. In de voormalige Sovjet-Unie werd meer dan 50.000 kilometer afgelegd, wat resulteerde in twee fotoboeken die allebei Soviet Bus Stops heten en een gelijknamige documentaire uit 2022, waaraan zeven jaar is gewerkt.

Over het fenomeen Sovjetbushokjes bestond weinig documentatie en het is aan Herwigs bewonderenswaardige vasthoudendheid te danken dat ze na geduldig speurwerk min of meer syste­matisch in kaart zijn gebracht én dat een aantal opdrachtgevers, ontwerpers en uitvoerders werd opgespoord. Ze vertellen in zijn roadmovie Soviet Bus Stops – te zien in de documentsaireserie Close up  – hoe men destijds te werk ging. Niks vanuit Moskou opgelegde centrale planning: lokale bestuurders hadden de vrije hand. Bij de aanleg van wegen werd de uitvoerder ook meteen gevraagd wachthuisjes te bouwen, vaak in overleg met naburige fabrieken, ziekenhuizen en scholen. Ook werden kunstenaars, studenten of schoolkinderen ingeschakeld, onder het simpele motto: maak er maar iets moois van.

Omdat de auto in de Sovjet-Unie lange tijd een schaars artikel was, waren ook op het platteland veel mensen op busvervoer aangewezen. Dan wordt het wachten veraangenaamd door een origineel vormgegeven en met mozaïeken, schilderingen of andere lokale elementen aangekleed bushokje – een soort creatieve vrijplaats in het vaak grauwe Sovjetbestaan van alledag. Ze vormden daarmee misschien ook een stil en artistiek verzet tegen opgelegd collectivisme en uniformiteit.

Het feit dat ze in alle soorten en maten konden worden opgetrokken en opgetuigd wijst er in elk geval op dat de communistische staat niches kende en ook toestond. Anna Bronovitskaya, hoogleraar aan het Moskou Architectuur Instituut, verklaart het in de film als volgt: ‘Hoe verder van het centrum, hoe minder controle. Het is natuurlijk een enorm gebied. Je kunt niet alles vanuit één punt regelen. Er werd ook niet over [bushokjes] gepubliceerd als zijnde kunst van het volk. Het werd genegeerd.’

Enu Mäela en Jüri Konsap

Levend organsime

De Esten Enu Mäela en Jüri Konsap, in de jaren zeventig werkzaam in een meubel­fabriek, bedachten een wel heel bijzonder exemplaar, genaamd Spin voor de Arbeiders. ‘We wachtten niet af tot we opdracht kregen. Het is gemaakt voor de lokale bevolking. Niemand zag het als een Sovjetding. Het was van ons.’

Armen Sardarov, die in Belarus dertig jaar lang de leiding had over de aanleg van verkeerswegen, was de eerste die in de Sovjet-Unie officieel aandacht besteedde aan bushokjes, waarvan hij er zelf zo’n honderd ontwierp. ‘Daar ben ik trots op. Het bood mogelijkheden.’

Tegenwoordig is hij hoofd van de sectie Architectuur aan Technische Universiteit in Minsk. Hij vertelt over een bij de bouw van zo’n abri betrokken wegwerker die zo gecharmeerd raakte van de borduur- en breipatronen in tijdschriften van zijn vrouw dat hij ze – tot ongenoegen van zijn collega’s – in het bushokje wilde verwerken. De Russische kunstenaar Viktor Illarionovitsj over zijn werk aan bushokjes: ‘Ik wilde me graag met de esthetische aspecten bezighouden. Omdat het een levend organisme is, waar mensen komen, elkaar ontmoeten, met elkaar praten en dan huns weegs gaan.’

In de voormalige Sovjetrepublieken schat men dit soort schaarse en onschuldige Sovjetoverblijfselen vaak niet op waarde. Bushokjes gelden zelden als cultuurerfgoed en worden afgebroken omdat ze pijnlijk zouden herinneren aan het communistische verleden. ‘Ze verdwijnen in hoog tempo,’ zegt Herwig. ‘Als ik over een jaar terugkom, kunnen ze gesloopt of vervangen zijn. Dan blijven op het laatst alleen nog de foto’s over. Ik wil ze op die manier onsterfelijk maken.’ Dankzij zijn inspanningen is dit erfgoed veiliggesteld, in elk geval op beeld. Maar er is meer: ‘Ik hoop dat het mensen inspireert om te gaan reizen en dan niet altijd naar dingen te kijken die voor de hand liggen.’

de nieuwste documentairetips in je mailbox?