‘Hij mag hier niet meer komen, ik heb liever dat hij wegblijft,’ zegt Paul (79) over zijn broertje Paul (61). De oudere Paul woont met zijn vrouw Jannie in een achterstandsbuurt in Amsterdam-Noord, heeft teelbalkanker en scharrelt wat extra geld bij elkaar door fietsen te stelen. Maar als zijn kleine broertje niet veel later uit de gevangenis komt en bij hem voor de deur staat, is hij al snel om: Paultje, die ook ernstig ziek blijkt, mag toch komen logeren. ‘Niemand moet ’m, maar ik wel. Het is mijn broer,’ zegt de oudste Paul later in de korte documentaire Paul en Paul.
Wie noemt er nou twee broers allebei Paul, vraag je je in eerste instantie af. Al snel blijkt wat een trauma’s er schuilgaan achter die identieke namen en het grote leeftijdsverschil tussen de twee onaangepaste broers. Stotterend legt de jongste Paul uit dat hij een ‘incestkindje’ is: zijn vader verwekte hem bij de – inmiddels overleden – zus van de oudere Paul. En zo zijn de twee Pauls zowel elkaars broers als oom en neef; iets waar ze pas bij vaders dood achter kwamen. ‘Maar ik vermoedde het wel,’ verzucht Jannie. Een ongelofelijk pijnlijke familiegeschiedenis – en dan had die misbruikende vader ook nog eens een naziverleden. Desondanks is Paul en Paul een film die niet alleen pijnlijk is, maar zeker ook geestig en warm, en bovendien prachtig geschoten in zwart-wit.