‘Jutten’ zit diepgeworteld in de cultuur van Waddeneilanders. Twintig jaar geleden spoelde er een container met daarin een lading winterjassen op Schiermonnikoog aan. De tamtam deed als gebruikelijk z’n werk en binnen mum van tijd liep heel het eiland rond in lekkere warme winterjassen. Vijf jaar geleden deed er weer nieuws de ronde. ‘Maar dit keer was het minder leuk,’ zegt eilandbewoonster Marijke in het tweeluik Waddenzooi. Gloeilampen, krukjes, autowielen, mandjes met nepplanten, matrassen, miljoenen korreltjes voor de plasticindustrie. Het was ‘een grote bende op de eilanden van oost naar west,’ aldus Ineke van Gent, burgemeester van Schiermonnikoog.
Ook de Friese en Groningse kust lag bezaaid met piepschuim en schoenen. Alleen al op Schiermonnikoog lag al 266 ton aan spullen. Oorzaak van de milieuramp was het overboord slaan van 342 containers van het schip MSC Zoe van internationale rederij Mediterranean Shipping Company (MSC). 3,2 miljoen kilo aan materiaal belandde in zee. Mensen uit heel het land wilden vervolgens helpen opruimen, en dus kwamen er boten met vrijwilligers, jonge kinderen incluis, volledig ondoordacht de eilanden op. ‘Een kleine ramp erbij,’ zegt Van Gent. ‘Het al aanwezige leger moest eraan te pas komen om de kinderen met militaire trucks weer terug te vervoeren.’
In Waddenzooi focust regisseur en voormalig eilander Thom Verheul op het ontbreken van een rampenplan, de chaotische schoonmaak, de niet-duurzame afvalverwerking die volgde in de maanden daarna (deel een) en de lessen die uit deze ongekende milieuramp kunnen worden getrokken (deel twee). Verheul spreekt met onder anderen Bud Darr, vicepresident van MSC, André Borsch van bergingsbedrijf BDS Harlingen en experts van het Marin Onderzoekscentrum die via modelsimulaties de mogelijke oorzaken achterhalen die leidden tot het overboord slaan van de containers.