‘Liever lesbies’ staat er in een donkerrood krulhandschrift gekalkt op de zijkant van een brug, met een vrouwenteken erachter – en over die brug loopt een jonge moeder met haar peuter in een buggy en een boodschappentas in haar hand. Het is een van de fantastische openingsshots uit de documentaire De stad was van ons: Radicaal feminisme in de jaren ’70 van Netty van Hoorn. Behalve veel prachtig archiefbeeld, zien we hierin ook interviews met feministische kopstukken van toen: onder anderen emeritus hoogleraar genderstudies Maaike Meijer, activist Marjan Sax (onder meer Dolle Mina) en Pamela Pattynama, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale literatuurgeschiedenis.
In 'De stad was van ons: Radicaal feminisme in de jaren ’70' blikt regisseur Netty van Hoorn samen met haar feministische strijdmakkers van toen terug op die roerige periode. ‘We hadden veel plezier, dat wil ik vooral ook laten zien.’
Netty van Hoorn (1951) maakte zelf ook deel uit van de vrouwenbeweging in het Amsterdam van de jaren zeventig. Ze stond achter de bar in ’s lands eerste vrouwencafé – Saarein in de Jordaan – en kwam regelmatig in het radicaalfeministische Vrouwenhuis op de Nieuwe Herengracht: een mannenvrije zone waar vrouwen samenkwamen om acties te beramen, te discussiëren, films te kijken en muziek te maken, maar ook om te timmeren en te tuinieren.
Dat mannen het Vrouwenhuis niet in mochten, viel niet in goede aarde. Sowieso werd ‘feminisme’ in de loop der jaren steeds meer geassocieerd met mannenhaat en zuurheid. In de jaren negentig durfde bijna geen vrouw zich nog feminist te noemen, maar anno 2024 lijken we ons in een nieuwe feministische golf te bevinden. Van Beyoncé tot Tim Hofman: jezelf feminist noemen is weer helemaal in. Tegelijkertijd is de backlash – mede door de invloed van sociale media – een stuk grimmiger dan in de jaren zeventig, toen je je tegenstander nog in het gezicht moest uitschelden in plaats van anoniem online.
De nieuwste generatie feministen weet vaak maar weinig over wat hun voorgangers in de vorige eeuw allemaal bevochten hebben. Voor Nydia van Voorthuizen en Marie Lotte Hagen, de jonge hosts van de feministische podcast Damn, Honey, ging er althans een wereld open toen ze in coronatijd een vertoning van De stad was van ons zagen in bioscoop Het Ketelhuis in Amsterdam. Ze nodigden regisseur Netty van Hoorn uit in hun podcast. En toen ze ter ere van Internationale Vrouwendag 2024 vijf favoriete documentaires mochten kiezen voor documentaireplatform 2Doc.nl prijkte De stad was van ons bovenaan de lijst. Mede hierdoor is de film, die al in 2020 klaar was, nu eindelijk voor een breed publiek te zien: op NPO 2 Extra en online op NPO Start. Tijd voor een interview met regisseur Netty van Hoorn. Een gesprek over krukrecht, Amazones en de eerste Pride.
Netty van Hoorn: ‘Absoluut. Ik heb de film gemaakt omdat ik de geschiedenis van het feminisme wilde vastleggen en doorgeven aan de nieuwe generatie, maar zeker ook om mensen ervan te laten genieten. In de jaren zeventig negeerden de media de vrouwenbeweging nogal: we zijn misschien één keer in het Polygoonjournaal geweest met het Vrouwenhuis of met een van onze vrouwenfestivals. En zo gaat het helaas nog steeds: documentaireprogramma Het uur van de wolf was enthousiast over mijn film, de VPRO ook, maar de NPO reageerde steeds van: “We hebben de laatste tijd al genoeg aan feminisme gedaan.” Tja. Maar nu is de documentaire dan toch te zien. Bij het verzamelen van archiefbeeld voor de film bleek ook hoe slordig er met dat materiaal wordt omgegaan: ik kwam bij het gemeentearchief veel beschadigde VHS-banden tegen en heb flink mijn best moeten doen om alles op te vijzelen. Dat loonde wel, gelukkig. Ik ben ook heel blij met privémateriaal dat ik heb gevonden van de allereerste homodemonstratie. Die demonstratie was een reactie op Anita Bryants homofobe campagnes in Amerika, maar het was eigenlijk ook meteen de allereerste Pride. Vrouwen liepen voorop, de mannen moesten we echt opporren. Die hebben we toen uit de cafés in de Reguliersdwarsstraat geplukt, van: kom op joh, doe mee!’
‘Dat ging heel vanzelfsprekend. Ik kom uit een rood nest met zes kinderen, uit de Zeeheldenbuurt in Amsterdam. Een weinig kansrijk gezin, maar onze ouders wilden heel graag dat we allemaal zo goed mogelijk terechtkwamen. Ik wilde absoluut niet naar de huishoudschool en mocht naar de mulo, maar omdat ik woordblind ben – het woord dyslexie was toen nog niet in zwang – werd dat geen succes en zo ben ik op mijn veertiende al gaan werken. Maar op mijn 24ste heb ik alsnog mijn havodiploma gehaald en toen ben ik eerst naar de sociale academie en daarna naar de filmacademie gegaan. Al snel ging ik stage lopen bij feministische tv-programma’s, onder meer bij Kijk haar van de Vara, met Hanneke Groenteman. Maar ik zat toen al behoorlijk in de vrouwenbeweging, dat was begonnen op de sociale academie. Kijk, de jaren zestig waar we uit kwamen waren nog zó tuttig, wij wilden dat er dingen veranderden. We wilden een ander leven, een vrij leven. Het was absurd dat vrouwen niet mochten beslissen over hun eigen leven en over hun eigen lichaam.’
‘Precies. Een vrouw moest zich aldoor aanpassen en het was hoog tijd om daar iets tegenover te stellen. We wilden onze handen vrij hebben! Maaike zegt dat mooi, ja. De vrouwen die ik interview in mijn documentaire hebben allemaal de gave van het woord. Zelf ben ik meer een observator dan een prater.’
‘We kwamen van heel ver: een vrouw alleen of een vrouw met een andere vrouw in een restaurant was raar, die kregen een lullig tafeltje in de hoek. En in de kroeg mocht je niet eens aan de bar zitten als vrouw, dan was je een hoer. Daarom zijn we gaan demonstreren bij het Amsterdamse café Mulder: om ons krukrecht op te eisen, haha. Dat was zo leuk aan die tijd: zoiets bedachten we en dan deden we het gewoon! Demonstraties, de Portugese ambassade bezetten, als Amazones door het Vondelpark galopperen... We waren activisten, maar wel met humor; we hadden zo veel plezier, dat wil ik vooral ook laten zien met de documentaire. En deze geschiedenis, die verloren dreigt te gaan, vastleggen. Plus waarschuwen, want die verworven vrouwenrechten kun je ook zo weer kwijtraken, zoals nu dus in Amerika gebeurt met abortus. We moeten waakzaam blijven.’
Behalve lol was er ook stammenstrijd binnen de vrouwenbeweging, zo is te zien in de film.
‘Ja, er werd ook veel ruzie gemaakt! Als je die verslagen uit het Vrouwenhuis terugleest, poeh… Maar ik kon er altijd wel om lachen. Sommige vrouwen waren heel serieus, andere fladderden er meer tussendoor. Het was voor ons allemaal één groot leerproces dat zich uiteindelijk als een olievlek verspreidde in onze levens en in de maatschappij. De feministische filmdistribiteur Cinemien is bijvoorbeeld ontstaan in het Vrouwenhuis, net als het vrouwenfonds Mama Cash. Maar die tijd is ook bepalend voor hoe ik mijn zoon [acteur en zanger Dook van Dijck, red.] heb opgevoed. Hij is nu zelf heel actief in de lhbtqia+-beweging.’
Zijn er dingen die u anno 2024 mist uit het feminisme van de jaren zeventig?
‘Het bij elkaar zijn. Alles gaat nu online, en dat is natuurlijk ook handig. Maar wij hadden geen mobiel of internet: als we iets wilden afspreken over een actie of wat dan ook, gingen we naar het café of het Vrouwenhuis. Alles was veel fysieker en ik denk dat je dan tot meer komt. Dat vanzelfsprekende samenzijn mis ik wel een beetje.’
De stad was van ons: Radicaal feminisme in de jaren ’70 staat vanaf 3 maart op NPO Start.
De documentairetips van de hosts van Damn, Honey zijn te vinden op 2doc.nl/damnhoney.
De stad was van ons: Radicaal feminisme in de jaren ’70
Vrijdag 8 maart
NPO 2 Extra 20.30-21.40
veel gelezen
-
- Parkeerplaats Europa: korte docu over het leven van chauffeurs op parkeerplaatsen
- Golden Age: amusant portret van ’s werelds chicste bejaardenhuis
- Tik van de meule volgt een groep radiopiraten op het platteland van Oost-Nederland
- De Earring & ik: Honderden fans van The Golden Earring brengen een muzikale ode aan de band
- Paul en Paultje: tragikomisch portret van broers met een traumatisch familieverleden