Ooit was Nelson schattig, maar als je hem nu ziet is dat niet direct het eerste woord dat bij je opkomt. Zijn buik sleept zo’n beetje over de grond, zijn slagtanden steken vervaarlijk omhoog en hij neemt met zijn vijfhonderd kilo behoorlijk wat plek in. Dat hoeft geen probleem te zijn als je in een stal woont, maar Nelson woont in een rijtjeshuis in Werkendam.
Angela, een van de andere bewoners van dat huis, wilde graag een varken. Een minivarken welteverstaan. Alle biggetjes zijn mini en ze zijn ook allemaal schattig, dus voor je het weet laat je je, verblind door varkensliefde, wijsmaken dat ze zo blijven. Dat pakte bij Nelson wel heel anders uit. Maar toen was het al te laat. De familie, bestaande uit twee moeders en twee zonen, had zich vijfhonderd kilo later zo aan hem gehecht dat ze hem niet meer kwijt wilden. Vooral Brandon is dol op zijn grote zwarte vriend, die hem graag vergezelt als hij buiten speelt.