Wacht, wat? Ja! In de Tweede Wereldoorlog kregen sympathisanten van de geallieerden in bezette landen stiekem bepaalde instructies mee, om op werk uit te voeren, die ervoor zouden moeten zorgen dat de productiviteit daalde en de vijand zwakker werd. Het houden van vergaderingen terwijl er belangrijker werk te doen was, ervoor zorgen dat er minstens drie mensen nodig waren voor de autorisaties van loonstroken, waar één iemand ook had voldaan. Maar ook papierwerk creëren, zo lang mogelijk praten tijdens bijeenkomsten en punten die in de vorige vergadering ook besproken werden opnieuw oprakelen, waren manieren om de productiviteit van de vijand te saboteren.
Het is haast bizar, dat deze punten uit de sabotagehandleiding zijn gaan behoren tot de dagelijkse norm op werkplekken. Waar dat toe leidt, daar gaat de documentaire The Happy Worker – Or How Work Was Sabotaged over. Zo laat de documentaire een pijnlijk beeld zien van lachende kantoormedewerkers terwijl vrolijk vormgegeven animaties statistieken tonen over burn-outs. Regisseur John Webster interviewt ook een zestal mensen die zelf te maken hebben gehad met een burn-out en behoefte hebben naar een andere manieren om het werk in te richten.
De documentaire geeft jammer genoeg geen antwoord op de vraag, hoe het kan dat we de principes van de sabotagehandleiding ons zo eigen hebben gemaakt. De conclusie luidt vooral dat we nu eenmaal op dit punt zijn aangekomen waarop werk totaal niet efficiënt is ingericht en moeten omgaan met de effecten van deze werkwijze.
Vooralsnog geen grootste oplossingen dus, maar wél herkenning. We plakken immers allemaal een glimlach op onze gezichten terwijl we aan een vergadertafel zitten en denken; deze vergadering had ook in een mailtje gekund.