Wie het doorgesneden oog in de Buñuelklassieker Un chien Andalou al heftig vindt, zal op ongeveer driekwart van de Britse documentaire The Story of Looking (2021) geheid even weg willen kijken. Regisseur Mark Cousins toont dan een reeks close-ups van een staaroperatie die hij zelf ondergaat. Pure horror – zij het zeker niet onfunctioneel. De beelden verwijzen allereerst mooi naar dat beroemde Buñuelshot, en vormen daarnaast een perfecte casus bij de eerder behandelde thema’s. Cousins, bekend van aanstekelijke filmcolleges als The Story of Film en The Eyes of Orson Welles, daagt ons in The Story of Looking uit om na te denken over onze visuele voorkeuren en gewoonten. Waar kijken we graag naar? Waarom? Wat doet dat met ons? Wanneer kijken we weg? Is dat altijd terecht? Wat is het verschil tussen kijken en zien?
Gelukkig staat er heel veel moois tegenover dat minuutje griezelen. Cousins begint de film op de dag voorafgaand aan zijn operatie. Als professionele cinefiel is hij doodsbang dat de ingreep zijn zicht zal aantasten, en dus besluit hij de hele dag in bed te blijven liggen om zich nog eens goed te bezinnen op de kunst van het kijken. Wat volgt is een wonderlijke mix van autobiografisch geprevel, filosofisch beeldessay en lyrische museumtour. Een tikje koket soms, en verre van gestroomlijnd, maar wie wel toe is aan een shot inspiratie kan zich heerlijk laten meevoeren in deze kolkende stroom ideeën, herinneringen, schilderijen, filmscènes en door Cousins zelf geschoten reisbeelden. Onvermijdelijk ga je tijdens het kijken met hem mee associëren, en krijg je na afloop spontaan zin in een wandeling door je buurt, om die eens goed, met vernieuwde ogen, in je op te nemen.