Maurits de Bruijn en Randy Vermeulen gebruiken het tragische maar romantische verhaal van twee geliefden om te vertellen wat de ziekte aids heeft betekend voor de queer gemeenschap in Nederland. ‘Het virus was op allerlei manieren dichtbij.’

Een jonge man kijkt verleidelijk in de camera. Hij lacht een beetje scheef en heeft een uitdagende blik in zijn ogen. Hij zit naakt op een betegeld muurtje, een witte handdoek verhult zijn geslachtsdelen. Over de foto staat de tekst: ‘Kan ik jou verleiden tot veilige seks?’ Het beeld is sexy, maar tegelijkertijd ook akelig. Het lichaam van de man is bedekt met donkere vlekken, zijn been is zelfs zwart uitgeslagen. Hier is duidelijk iets helemaal mis.

De foto werd in 1995 door Erwin Olaf gemaakt voor een Vrij Veiligcampagne. De man die erop staat heet Martin. Hij had aids en overleed in 1996, twee maanden voordat er werkende medicatie beschikbaar kwam. Maar Martin was niet alleen iemand met aids. Hij was leraar, hij had familie en een rijk sociaal leven. En hij had een geliefde: Jan. Het liefdesverhaal van Jan en Martin wordt tot leven gewekt in de VPRO-podcast En niemand bleef onaangeraakt. Schrijver Maurits de Bruijn (1984) en podcastmaker Randy Vermeulen (1987) gebruiken de tragische maar ook romantische geschiedenis van de twee geliefden als uitgangspunt om te vertellen wat de ziekte aids heeft betekend voor de queer gemeenschap in Nederland. De angst, de schaamte en de geheimzinnigheid komen voorbij, maar ook de saamhorigheid die de ziekte opriep, evenals de persoonlijke ervaringen van de makers. Want al groeiden zij op in een tijd dat een hiv-infectie al geen doodvonnis meer was, dat homoseksualiteit en een vreselijke ziekte met elkaar verweven waren, werd ze al op jonge leeftijd ingeprent. We spreken het duo aan de keukentafel van De Bruijns appartement in Amsterdam.

‘Ik merkte dat de ellende ook een bron van veel moois is geweest’

Randy Vermeulen

Randy Vermeulen: ‘Ik ben mijn hele leven bang geweest voor hiv en aids, en nog steeds, ook al weet ik dat dankzij medicatie mensen met hiv gezonde levens kunnen leiden en het virus niet kunnen overdragen. Toen ik thuis uit de kast kwam, zeiden mijn ouders meteen: “Het maakt helemaal niet uit dat je homo bent, maar je mag geen aids krijgen.” Ik was destijds blij dat ze me accepteerden, maar nu denk ik: dat is wel een enorme bagage om aan iemand mee te geven. Twee jaar geleden werd ik weer vrijgezel en kwam ik vaker in aanraking met vreemde lichamen. Daardoor begon die angst heel erg op te spelen. Als ik seks heb, ben ik daarna alleen maar bezig met mijn dood. Ook al loop ik nauwelijks risico, ik heb alsnog het gevoel dat ik gestraft ga worden. Ik denk niet dat die angst direct bij mijn ouders vandaan komt, maar bij de samenleving, die voortdurend dat verhaal vertelde. Als je homo bent, word je ziek. Dan sterf je op jonge leeftijd. En toen ik Maurits sprak, bleek hij een vergelijkbare ervaring te hebben.’

Maurits de Bruijn: ‘Die pure angst heb ik niet meer, maar ook bij mijn coming-out was de reactie van mijn ouders: doe je wel voorzichtig? Al voordat ik zelf wist dat dat ik homoseksueel was, wist ik dat hiv en homoseksualiteit met elkaar vervlochten waren. Als twintiger had ik veel wisselende seksuele contacten. Als ik met heteroseksuele vrienden sprak, merkte ik dat aids voor hen heel ver weg was. Gevoelsmatig dan, want ook zij lagen elk weekend met een vreemde in bed, en ook lang niet altijd met condoom. Mijn gay vriendengroep en ik lieten ons wel elk halfjaar testen op geslachtsziektes. Het virus was op allerlei manieren dichtbij. Regelmatig hoorde ik over iemand fluisteren: “Hij is hiv-positief.” En toen raakte in 2008 een goede vriend van mij hiv-geïnfecteerd.’

Het verhaal van deze vriend vertelt De Bruijn in aflevering 4 van de podcast. We horen hoe ze elkaar leerden kennen, samen in een club werkten en het Amsterdamse nachtleven ontdekten, hoe de besmetting werd ontdekt en wat er daarna gebeurde. Een vriendengroep van twintigers die normaal gesproken samen feestten zat verslagen aan de keukentafel. Maar de vriend wilde dat zijn besmetting geheim bleef.

‘Het verhaal van aids was nooit de geschiedenis van één gemeenschap, het is onze collectieve geschiedenis’

Maurits de Bruijn

Dat verzwijgen is een terugkerend thema in de podcast. Hoofdpersoon Jan was lange tijd een van de weinigen die wist dat zijn geliefde aids had. Martin wilde het onder de pet houden. Hij wilde niet dat mensen hem anders zouden behandelen. Tot hij de ziekte niet langer verborgen kon houden. Toen besloot Martin er volledig mee naar buiten te komen en zo werd hij een boegbeeld voor een generatie. Maar ook Jan zelf liep lange tijd niet met zijn verhaal te koop. ‘We hebben Jan in vier jaar tijd twaalf keer geïnterviewd,’ zegt Vermeulen. ‘Hij weet nog ontzettend veel, maar hij had de geschiedenis heel diep in zichzelf verstopt en er lange tijd nauwelijks over gesproken. Hij zegt zelfs op een bepaald moment dat hij zich niet verbonden voelt met het verhaal van aids, terwijl hij er heel direct mee te maken had. Een soort afweermechanisme, denk ik. In de podcast horen we hoe dat luikje langzaam opengaat en hoe dit ook helend kan zijn. Wat deze mensen hebben meegemaakt, de betekenis en de gevolgen ervan, komt pas na lange tijd naar boven.’

Randy Vermeulen en Maurits de Bruijn

Waarom vinden jullie het belangrijk om deze geschiedenis uit te lichten en naar de betekenis ervan te zoeken?

De Bruijn: ‘Prominente homoseksuele mannen van een zekere leeftijd moeten die tijd ook hebben meegemaakt. Toch wordt er nauwelijks over gepraat. Waar zijn die verhalen en hoe kunnen wij die vertellen? Dat was eigenlijk het begin van onze zoektocht. Volgens mij past het ook in de tijdgeest. Tegenwoordig worden de geschiedenissen van gemarginaliseerde groepen op allerlei manieren uitgelicht en bevraagt men het dominante narratief. Jonge queer personen krijgen de geschiedenis van onze gemeenschap niet automatisch mee in hun opvoeding. Ik vond het een mooie taak om via de podcast zorg te dragen voor die geschiedenis. En ik hoop dat jonge mensen, voor wie het risico op hiv er heel anders uitziet dan veertig of zelfs twintig jaar geleden, ook die verantwoordelijkheid gaan voelen voor de geschiedenis.’

Wat heeft het maken van de podcast voor jullie zelf betekend?

Vermeulen: ‘Ik ben al sinds 2017 bezig met dit onderwerp en heb veel mensen gesproken die de crisis van dichtbij hebben meegemaakt. Ik merkte dat die ellende ook een bron van veel moois is geweest. Ik hoorde vaak dat hun ervaringen ervoor gezorgd hebben dat de rest van hun leven in het teken stond van het recht op gelukkige en gezonde levens voor queer personen als wij. Dat vond ik heel inspirerend.’

De Bruijn: ‘Ik ben ook hoopvoller geworden. Veel van de verhalen gaan over wat mensen voor elkaar hebben gedaan, de intieme banden die er zijn ontstaan. Je hoort natuurlijk vaak wat er misging, hoe mensen vervreemd raakten van hun familie. Maar ook over het vangnet dat er moest komen omdat er van bovenaf vaak niet genoeg geregeld was. Als je ziet hoe mensen zich hebben georganiseerd, zich belangeloos voor anderen hebben ingezet en hoe het de gemeenschap heeft gevormd. Dat is ook een hoopvolle geschiedenis.’

Is dit een manier om het verleden te verwerken?

De Bruijn: ‘Ja, ze zeggen dat er veertig jaar nodig is voordat geschiedschrijving kan plaatsvinden. Bovendien is er het feit dat de ziekte omgeven is door schaamte en vooroordelen, het is een gemarginaliseerde groep overkomen en er waren ook veel mensen die vonden dat aids een logisch gevolg was van tegennatuurlijk gedrag. Dat alles heeft volgens mij op een bepaalde manier doorgewerkt in de manier waarop dit verhaal is verteld, of niet is verteld.’

Vermeulen: ‘Voor mij voelt het verhaal van Jan en Martin als een cadeau aan onze generatie. De missie van de podcast was dan ook om iets nieuws toe te voegen aan de queer geschiedenis. Dat hebben we gedaan door de verhalen te vertellen van mensen die nog niet eerder aan het woord zijn geweest, maar ook door een soort monument voor een leven op te richten. Ik heb Martin op zo veel verschillende vlakken leren kennen. In mijn hoofd is hij is bijna een soort superster geworden. Dat maakt het ook wel verdrietig dat we hem nu niet kunnen ontmoeten.’

De Bruijn: ‘Dat bedoelen we ook met de titel: En niemand bleef onaangeraakt. Aan de ene kant heel letterlijk: de overdracht van het virus ging ook over een vorm van aanraking. Maar Martin had ook een moeder, leerlingen, een werkgever en buren, hij had een partner. In die zin is het verhaal van aids ook nooit alleen de geschiedenis van één enkele gemeenschap geweest, het is onze collectieve geschiedenis. Door niet alleen Martins ziektebeeld uit te lichten, maar ook de jaren daarvoor, brengen we ook dat verlies in kaart, evenals de impact die hij heeft gehad. En hij is natuurlijk maar een van de duizenden mensen die dat lot beschoren was.’

En niemand bleef onaangeraakt

En niemand bleef onaangeraakt is vanaf woensdag 26 juni te beluisteren in de podcastapps.

veel gelezen

de podcastgids in je mailbox?