Adverteren doet verkopen en daarom staat er op de stoep van veel cafetaria’s een reclamebeeld: een uitvergroot ijsje of een puntzak friet. Soms hebben ze ook een gezichtje. De knipogende patatzak waar dit verhaal over gaat bent u vast al vaak voorbijgelopen. Hij is al meer dan 25 jaar in het Nederlandse straatbeeld te vinden. Zo op het eerste oog is het een vrolijk figuur, maar wie beter kijkt begint te twijfelen. Zijn glimlach is scheef en een beetje grimmig. Zijn ogen zijn omringd door dikke wallen en zijn wenkbrauwen staan schuin omlaag. Hij bijt in een frietje, maar dit hangt in zijn mondhoek, alsof het een dikke joint is. Bovendien steken er ook frietjes uit zijn hoofd. Betekent dit dat hij zichzelf opeet?
De scheef glimlachende puntzak friet die vaak als reclameobject voor snackbars staat is een cultfiguur geworden. Maar wie heeft dit eigenlijk verzonnen? ‘Het is een soort mascotte van de Nederlandse frituurcultuur.’
‘Ik begrijp dat je een mannetje bedenkt om friet te verkopen, maar waarom ziet hij er zo gestoord uit?’
Juist zijn opmerkelijke uiterlijk heeft ervoor gezorgd dat de frietjesman is uitgegroeid tot een cultfiguur. Fotograaf Mark van Wonderen, bekend van het boek Treurtrips, maakte voor NRC een lijst van de ‘mooiste lelijke straatmeubels’ en daarop kreeg hij een prominente plaats. ‘Dit fascineert mij mateloos. Ik vind dit werkelijk het meest onwaarschijnlijke straatmeubilair ooit. [...] Nog mooier als hij er al een tijdje staat: vaak is er dan iets afgebroken. Ik heb er ooit een gezien die groen was van het mos, daarmee kreeg hij de uitstraling van een seriemoordenaar,’ schreef hij.
Crackfriet
Van Wonderen noemt hem de patatzakman, maar online heeft hij nog een andere naam: crackfriet. Al sinds 2010 verzamelen de mensen achter de website crackfriet.nl foto’s van het beeld. Ze plaatsen ze op een wereldkaart, zodat je online kunt zien op welke plekken het staat: nu al meer dan 350. De meeste exemplaren staan in Nederland en België, maar ook in Canada en zelfs in Azerbeidzjan is er een gespot. Op de site zijn ook T-shirts, mokken en tasjes te koop met ‘crackfriet’ erop. De persoon erachter wil anoniem blijven, maar laat wel weten dat hij de frietzak zo genoemd heeft omdat die er volgens hem uitziet alsof hij crack gebruikt.
Een wat respectvollere naam waaronder de frietzak ook wel bekendstaat is Jan Patat. Op websites waarop het beeld te koop is komen we die vaker tegen. Zo’n reclameobject heeft ‘stopkracht’, zoals dat in vaktermen heet: het verleidt voorbijgangers om halt te houden en wat lekkers te halen. Ondernemers kunnen deze objecten kopen bij groothandels, maar snackfabrikanten geven ze ook cadeau bij inkoop van een bepaalde hoeveelheid voedsel. Blijkbaar hebben ze effect en daarom blijven ze ook lang staan. Op het Keizer Karelplein in Nijmegen staat er bijvoorbeeld een waarvan een arm is afgebroken en de schoenveters zijn verwijderd, terwijl de frieten uit zijn hoofd flink gehavend zijn. Toch zegt de medewerker van de snackbar dat kinderen dagelijks met hem op de foto gaan.
Maar niet alleen hongerige voorbijgangers worden door Jan Patat geïnspireerd. Sietske Zandbergen studeerde in 2024 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht met een serie sculpturen die gebaseerd zijn op het beeld. ‘Ik ben gefascineerd door de tegenstrijdigheid,’ zegt ze. ‘Enerzijds is het bedoeld om je iets te laten kopen, tegelijkertijd ziet hij er afstotelijk en grimmig uit.’ Ze gaf er haar eigen draai aan door hem een menselijker gezicht te geven en half onderuitgezakt te laten zitten. Het was een groot succes: een van de beelden werd aangekocht door een particuliere verzamelaar en een ander is te bewonderen in het LAM museum in Lisse. ‘De Nederlandse frituurcultuur is iconisch,’ zegt Zandbergen, ‘en dit is er een soort mascotte van.’
Chip Boy
Ook over de grens bleek het reclamebeeld een inspiratiebron voor kunstenaars. Het Britse duo Shaun Doyle en Mally Mallinson exposeerde in 2010 de installatie The Revenge of the Fascist Fruit Boys in Tate Britain. Hierin wordt de patatzak (door de kunstenaars Chip Boy genoemd) in elkaar geslagen door skinheadachtige types met hoofden van fruit. Ze becommentariëren hiermee de volgens hen de doorgeslagen campagnes voor gezond eten. Het beeld is tegenwoordig te zien in kunstcentrum Odapark in Venray.
Een van de grootste fans van Jan Patat is Jacco Eikenaar (29) uit Tilburg. Op zijn bovenbeen staat een grote tatoeage van het beeld. ‘Ik ben er al jaren door gefascineerd en op een gegeven moment hebben mijn vrienden geld bij elkaar gelegd om een tattoo te laten zetten. Mijn moeder vond het wel heftig dat hij nu voor altijd op mijn lichaam staat, maar ik vind: wie A zegt, moet ook B zeggen.’
Eikenaar is niet alleen fan, hij wil ook dolgraag weten wie het beeld ontworpen heeft. ‘Ik kan me voorstellen dat je een mannetje bedenkt om friet te verkopen, maar dat hij er zo gestoord uitziet snap ik gewoon niet.’ Hij benaderde fabrikanten, deed oproepjes op internet en bezocht zelfs het Frietmuseum in Brugge, maar dat leverde tot nu toe geen doorslaggevend antwoord op. In de audiodocumentaire Het mysterie van de lachende frietzak, te horen in de podcast Docs, wordt het geheim ontrafeld. Het blijkt dat deze cultfiguur oorspronkelijk een heel andere naam had dan iedereen dacht.
Het mysterie van de lachende frietzak
De Docs-audiodocumentaire Het mysterie van de lachende frietzak is vanaf woensdag 9 april te beluisteren in alle podcastapps.