Geheime rapporten lekken tegenwoordig doorgaans toch uit via USB-sticks?
Eric Arends: ‘Dit rapport is echt op papier en het komt uit 2002. Dat wil zeggen: het eerste deel, de eindversie is uit 2003. Een uniek, gewaarmerkt exemplaar, en daarom kan ik er niet meer over zeggen. Ook niet over de manier waarop het tot mij is gekomen. Ik heb het altijd bij me in mijn tas, althans: een van de kopieën die ik ervan gemaakt heb. Ook nu.’
Mag ik het heel even…?
‘Nee.’
Laat maar. Had je direct in de gaten dat de inhoud brisant was?
‘Ja, want op een van de eerste pagina’s staat al dat het rapport absoluut niet geopenbaard mag worden, omdat dit het toekomstig strafrechtelijk onderzoek kan schaden. Ook een Wob-verzoek, nu een Woo-verzoek, mag er niet toe leiden dat het rapport naar buiten komt. Het is écht geheim. Er is ook niet in gelakt. Personen staan met naam en toenaam vermeld, dus het is ontzettend privacygevoelige informatie.’
Omdat openbaarmaking schadelijk kan zijn voor allerlei mensen?
‘Ja, en daar gaan wij natuurlijk nauwkeurig en voorzichtig mee om. Maar de naam van een toenmalige verdachte van de wapenleverantie noemen we wel, want uiteindelijk gaan we op zoek naar die persoon.’
Wie heb je het eerst verteld over dit rapport?
‘Mijn collega’s op de Argos-redactie. Kijk, we krijgen wel vaker geheime rapporten in handen. Weliswaar meestal van minder groot belang, maar het was zeker niet zo dat mijn collega’s op de tafel stonden te dansen van: oh, Eric heeft een geheim rapport. Nee. Bovendien werd het gewicht ervan ook pas later duidelijk.’
Jij voelde toch wel opwinding als journalist?
‘Ja natuurlijk, alleen kwam die in gradaties. Soms krijg je iets in handen en weet je meteen welke primeur het kan opleveren en wat de gevolgen kunnen zijn als je dat nieuws naar buiten brengt. Dat was hier niet het geval. Ik wist wel dat het een supergeheim rapport was, maar pas na verloop van tijd kwam ik erachter wat er precies zo brisant was aan de inhoud. En het kan zelfs nog zo zijn dat de politie dit rapport om een andere reden geheim wil houden dan om het verhaal in de podcast. Want dat is mijn keuze.’
Wat houdt die keuze in?
‘In het rapport komt een man voor die door de politie maandenlang beschouwd werd als de leverancier van het moordwapen aan Volkert. Een belangrijke verdachte dus. Wie was die man en waarom hebben we daar vrijwel nooit iets over gehoord? De hele zaak is natuurlijk uitgebreid in de pers geweest, maar zijn naam en het verhaal erachter niet. Zeer opmerkelijk.’
Nou?
‘Paul Molhoek. In het rapport staat een uitgebreide paragraaf over deze man. Waar hij vandaan komt, dat hij na de moord op Fortuyn gearresteerd en verhoord is en dat hij in het verleden zestien keer in aanraking is geweest met justitie. Molhoek is veroordeeld wegens wapenbezit en wordt door bronnen bij de inlichtingendienst ook in verband gebracht met de handel in wapens en explosieven. Hij was ook een kennis van onderwereldkoning Stanley Hillis, die in 2011 werd geliquideerd.’
Een zeer goede bekende van de politie dus. Ook van Volkert?
‘In het rapport wordt hij een vriend van Volkert genoemd. Tot een paar maanden voor de moord woonde hij in een kantoorpand in Wageningen, waar Volkert voor de Vereniging Milieu-Offensief werkte. Een pand dat niet voor wonen bedoeld was en daar zat Molhoek, een oude crimineel uit Den Haag en bekend bij de AIVD, dus in onderhuur. Nogal mysterieus. Na de moord op Fortuyn heeft Molhoek bij de vriendin van Volkert een briefje door de brievenbus gegooid en ook heeft hij haar op een speciale plek ontmoet. Bovendien heeft hij na de moord nog telefonisch contact gehad met Volkert.’
Dat kan toch niet? Volkert werd direct na de moord gearresteerd.
‘Dat dacht ik ook, maar het is wel gebeurd. Althans, in het rapport staat: “Spreekt door de telefoon met Volkert.” Molhoek werd officieel als verdachte aangemerkt, hij heeft een paar dagen vastgezeten en opeens was hij weer vrij.’
Hoe kan dat?
‘De politie vond geen harde bewijzen en uiteindelijk lag er een ander scenario met betrekking tot de vraag hoe Volkert aan zijn wapen was gekomen. Dat alternatieve scenario ontstond toen er vanuit het niets een nieuwe getuige verscheen: een kennis van Volkert uit zijn studententijd die daarna aan harddrugs verslaafd was geraakt. Die beweerde dat het wapen al jaren terug was aangeschaft in een Turks café in Ede. Hoe goed die getuigenis gecontroleerd is wordt nergens in het rapport duidelijk, maar het heeft wel de strafzaak gehaald. De politie en het OM hebben dit uiteindelijk dus voor waar aangenomen.’
Waarom?
‘Misschien omdat Volkert deze getuigenis heeft bevestigd. De moord is gepleegd op 6 mei 2002. Na zijn arrestatie heeft Volkert maandenlang gezwegen. Toen deze getuigenverklaring kwam zei hij: “Ja, zo is het gegaan.” Dit was de eerste keer dat hij is gaan praten. Door die bevestiging heeft de politie waarschijnlijk gedacht: oké, kat in ’t bakkie. Maar er zijn verschillende mensen die twijfelen aan dit verhaal, ook bij de politie.’
Is het onderzoek naar Molhoek daarna helemaal gestopt?
‘Ja, terwijl ze daar nog best mee door hadden kunnen gaan, want er is nóg iets geks met die man aan de hand. Twee jaar na de moord op Fortuyn wordt Theo van Gogh vermoord. Kort daarop arresteert de politie na een belegering verschillende leden van de Hofstadgroep, onder wie Jason Walters. Zijn broertje Jermaine, die in Amersfoort woont, is ook enige tijd terreurverdachte. Blijkt uitgerekend Paul Molhoek bijna zijn buurman te zijn. Eerst zit hij in de buurt van Volkert, enkele jaren later woont hij heel dicht bij een andere terreurverdachte. Dat is wel heel toevallig, vertelden politiebronnen. Hoe groot is de kans dat je twee keer op zo’n plek terechtkomt? Bij de politie vermoedt men dat Molhoek een informant van de inlichtingendienst was die deze extremistische figuren in de gaten moest houden.’
Krijgt de politie dat niet te horen?
‘Niet altijd. In die zin zijn het wel echt gescheiden werelden en dat komt ook aan de orde in de podcast. Het gaat niet alleen over de vraag of Molhoek een infiltrant is of de leverancier van het wapen. Nee, het gaat ook over de verhouding tussen de politie en de inlichtingendienst, die elkaar soms dwarszitten. En over twijfels en toevalligheden. Bij een gewone Argos-uitzending is het vaak: oké, er is iets aan de hand. We hebben dat uitgezocht en zó zit het. Maar dat kon in dit geval niet. In je eentje kom je er nooit achter of Molhoek dat wapen heeft geleverd, al had ik aanvankelijk wel die hoop. Het gaat dus ook over journalistiek. In deze podcast laat ik zien welke twijfels en overwegingen een rol spelen bij de keuzes die ik maak. Daarnaast hangt steeds de vraag boven dit verhaal: wat is toeval? Omdat er mogelijk inlichtingendiensten bij betrokken zijn geweest, beland je tijdens deze zoektocht sowieso in een spiegelpaleis en daar is alles mogelijk.’
Het moordwapen ligt sinds vijf jaar in het depot van het Rijksmuseum. Heb je het al gezien?
‘Nee. Wij hebben het Rijksmuseum gebeld, maar men wilde niet echt meewerken. Ik wilde het wapen, een Star Firestar, natuurlijk zien, zodat ik het kan beschrijven. Dat bleek nogal lastig omdat het Rijksmuseum kennelijk een exclusieve toezegging had gedaan aan Sinan Can van BNNVara. Die maakt een serie over beroemde moordwapens uit de geschiedenis en daar hoort dit ook bij. Hij heeft al opnames gemaakt. We mogen wel komen kijken, mits we pas uitzenden nadat de aflevering van Sinan is uitgezonden.’
Weet je welk belang degene die dit rapport bij jou bezorgde bij openbaarmaking heeft?
(Arends denkt even na.) ‘Eerlijk gezegd, nee, niet helemaal. Maar ik ga ervan uit dat ik het in handen heb gekregen omdat er misschien mensen zijn die vinden dat er nog vragen zijn rond de moord op Fortuyn die niet of onvoldoende beantwoord zijn. En de vraag “wie leverde Volkert het pistool?” is inderdaad nog nooit adequaat beantwoord.’
Molhoek is een curieuze naam voor een infiltrant.
‘Figuren uit de inlichtingenwereld zeiden meteen tegen mij: ja, dat is natuurlijk een alias. De politie kende hem natuurlijk al wel, dus daar wist men dat hij werkelijk Molhoek heet. En ook dat hij mogelijk het wapen heeft geleverd of een informant van de inlichtingendienst was. Al zeggen anderen weer dat Molhoek van alles uitvrat, maar nooit met de politie of de inlichtingendienst sprak.’
Vriend van Volkert is een raar verhaal.
‘Het is een knotsgek verhaal. Ik had het niet voor niets over een spiegelpaleis. Als ik scenarioschrijver was, had ik dit nooit zo bedacht. Het is totaal over the top.’