April 2020. Een bericht van een onbekende afzender, die uit het niets vertelt dat jouw vader wel eens de moordenaar zou kunnen zijn van de Zweedse premier Olof Palme. ‘Ik dacht dat het een grap was en ik negeerde het bericht,’ vertelt Signe Zeilich-Jensen. Maar toch begint het in de dagen daarop te knagen: ‘Een onbekende die mij zo’n bizar bericht stuurt over mijn vader, die al jaren dood is. Dat was raar.’ Zeilich-Jensen wordt onrustig. Ze tikt de naam van haar vader in op Google, in combinatie met de zoektermen ‘moordenaar Olof Palme’. ‘Toen bleek mijn vader the talk of the town te zijn. Op allerlei fora werd hij met de moord in verband gebracht.’
Sneue alcoholist of moordenaar?
Het is precies 35 jaar geleden dat de Zweedse premier Olof Palme werd vermoord. De Zweedse Signe Zeilich-Jensen, die al tientallen jaren in Nederland woont, onderzoekt in de documentaire Palme, papa en ik of haar vader betrokken is bij de moord op de politicus.
De Zweedse premier Olof Palme wordt op 28 februari 1986 vermoord wanneer hij met zijn vrouw uit de bioscoop komt. Van de moordenaar ontbreekt elk spoor en de complottheorieën schieten als paddenstoelen uit de grond. Zo zou de moord gepleegd zijn door rechts-extremisten, de PKK, sympathisanten van de anti-apartheidsbeweging of Italiaanse vrijmetselaars. Er wordt zelfs een verdachte veroordeeld tot levenslang, maar in hoger beroep vrijgesproken. Sindsdien zit er weinig schot in de zaak. Tot februari 2020. Het Openbaar Ministerie kondigt aan dat men de zaak in de zomer definitief gaat sluiten en een dader zal aanwijzen. Zweden is wederom in de ban van de moord.
Signe Zeilich-Jensen woont dan al meer dan dertig jaar in Nederland. In het dagelijks leven werkt ze bij het Filmfonds en ze is getrouwd met documentairemaker Niek Koppen. Van de hernieuwde interesse in de moordzaak krijgt ze weinig mee. Maar na het intrigerende bericht over haar vader start ze een kleine speurtocht op internet. Al snel stuit Zeilich-Jensen op een televisie-interview met Maria, de weduwe van haar vader. Maria zegt zeker te weten dat haar overleden echtgenoot, Leif Zeilich-Jensen, de moordenaar van Olof Palme is. Hij had extreemrechtse ideeën, bevond zich op een steenworp afstand van de plek van de moordaanslag én schoor daags erna zijn kenmerkende snor af. Bovendien, stelt Maria, riep hij vlak na de moord dat hij wist wie de moordenaar was. Signe Zeilich-Jensen: ‘Dat interview was zo absurd. Ik heb Niek wakker gemaakt en gezegd: “Hier moeten we iets mee.” Zo ontstond het idee voor de documentaire Palme, papa en ik.’
Alcoholist met idealen
Zeilich-Jensen kan zich haast niet voorstellen dat haar vader in staat is tot moord. ‘Ik herinner me mijn vader als een alcoholist met hele hoge idealen waar niets van is terechtgekomen. Iemand die mislukt is in het leven, hij was heel ongelukkig toen hij stierf. Dat is niet het profiel van een moordenaar.’ Het stel reist naar Zweden en spreekt met vrienden, familieleden, collega’s en bewonderaars van vader Leif. Ook spreken ze Jonas, de privé-onderzoeker die haar het mysterieuze bericht stuurde. ‘We hoorden zoveel getuigenissen die het verhaal van zijn weduwe bevestigden. Maar voor mij bleef het een surrealistisch idee dat mijn vader een moordenaar zou kunnen zijn,’ zegt Signe Zeilich-Jensen.
Haar echtgenoot Niek Koppen denkt daar anders over. ‘Ik vond het een plausibel verhaal. Hij had een wapen. Waarom hebben mensen wapens? Om mee te schieten. En als je in een slechte bui bent, kun je zomaar iemand doodschieten. Ik zou nooit een wapen willen hebben omdat ik niet voor mijzelf in kan staan. Voor niemand.’ Zeilich-Jensen realiseert zich dat ze haar geschiedenis selectief heeft onthouden. Dat is confronterend. ‘Mijn vader was altijd al gefascineerd door wapens. Dat detail had ik weggestopt. Blijkbaar wilde ik dat jarenlang niet weten. Als ik oude foto’s terugkijk, zie ik ook mijn moeder en tantes met wapens. Daar ben ik erg van geschrokken.’
Het artikel gaat verder onder dit kader.
134 daders
Het is een bizar feit: door de jaren heen meldden maar liefst 134 mensen zich bij de Zweedse politie om de moord op premier Olof Palme te bekennen. Niemand van hen is als verdachte aangemerkt.
Waarom zou je een moord bekennen die je niet gepleegd hebt? Of na 34 jaar stilzwijgen ineens iemand beschuldigen, zoals de weduwe van Leif Zeilich-Jensen deed? Ben je na zo’n lange tijd nog geloofwaardig? Op die laatste vraag is het antwoord duidelijk ‘ja’, zegt rechtspsycholoog Robert Horselenberg: ‘Het is een enorme mentale last om te weten dat iemand een moord heeft gepleegd, of om te vermoeden wie de moordenaar is. Mensen hebben verschillende redenen om te zwijgen: angst voor repercussies bijvoorbeeld, of angst om uitgesloten te worden van een gemeenschap. Jaren later, wanneer de afstand groter is, kan iemand alsnog op de praatstoel gaan zitten. Veel cold cases worden op die manier opgelost.’
Horselenberg is gespecialiseerd in de werking van het geheugen en in valse bekentenissen. Met zijn studenten aan de Universiteit Maastricht bespreekt hij regelmatig de zaak Olof Palme. ‘In die zaak wordt continu dezelfde fout gemaakt: de rechercheurs zitten al jarenlang op de zaak, waardoor ze de last van ervaring met zich meedragen. Ze blijven door dezelfde bril naar de feiten kijken. Wat ze nodig hebben, is een frisse wind. Een stel jonge honden die out of the box kunnen denken.’
Dan die fascinerende vraag: waarom een moord bekennen die je niet gepleegd hebt? Zijn dat allemaal instabiele gekkies die op zoek zijn naar aandacht, of zit er meer achter? ‘Je moet een onderscheid maken tussen vrijwillige en onvrijwillige valse bekentenissen,’ zegt Horselenberg. ‘Bij onvrijwillige bekentenissen gaat het bijvoorbeeld om kwetsbare verdachten die op een verkeerde manier door de politie worden verhoord. Het is moeilijk te zeggen hoeveel mensen daardoor onterecht vastzitten, maar het is een feit dát het gebeurt. Mensen die zich vrijwillig melden, zijn inderdaad vaak op zoek naar aandacht. Sommigen hebben psychische problemen. Wanneer het gaat om een politieke moord, zoals bij Palme, speelt er nog iets anders mee: trots. Mensen die vinden dat de democratie niet functioneert en pochen dat zij eigenhandig een probleem hebben opgelost.’
In Nederland wordt niet gedocumenteerd hoe vaak er na een moordzaak valse bekentenissen worden gedaan. Horselenberg kent wel een extreem voorbeeld van wat langer geleden: ‘Een man in Amsterdam meldde zich na ieder misdrijf bij de politie als dader. Keer op keer stuurden ze hem weg. Die man had de fantasie om eens door een arrestatieteam te worden opgepakt. Op een dag belde hij de politie met de mededeling: “Mijn tuin ligt vol handgranaten en Kalasjnikovs. Als jullie me komen arresteren, doe ik niets.” De politie is voor de zekerheid een kijkje gaan nemen, en toen bleek het geen loos dreigement: de tuin lag vol met wapens. Zo is de fantasie van de man uitgekomen. Hij is opgepakt door een arrestatieteam.’
Om de echte verhalen van de spookverhalen te onderscheiden, is het belangrijk dat de politie niet te veel details over een zaak naar buiten brengt. ‘Is een vrouw verkracht en gewurgd terwijl iemand aan de balie verklaart dat hij haar een kogel door het hoofd heeft gejaagd? Dan weet de agent direct dat het om een aandachtzoeker gaat.’
In juni 2020 wijst het Zweedse Openbaar Ministerie de moordenaar aan van Olof Palme: Stig Engström, bekend als de Skandia-man. Engström was een fel tegenstander van de linkse premier Palme en kon bovendien met wapens omgaan. Signe Zeilich-Jensen is opgelucht dat de aanklager niet de naam van haar vader noemt. Toch betekent dit niet het einde van haar film, want veel Zweden geloven niet dat Engström daadwerkelijk de schutter is. Er is geen forensisch bewijs tegen hem. En tot een daadwerkelijke veroordeling zal het nooit meer komen, want Engström maakte twintig jaar geleden een einde aan zijn leven.
Rookgordijn
Bovendien willen Signe Zeilich-Jensen en Niek Koppen het mysterie rondom de persoon Leif ontrafelen. Hoe kan het dat er zulke totaal verschillende verhalen over hem bestaan? Waarschijnlijk omdat hij een meester was in het optrekken van een rookgordijn. ‘Mijn vader was een enorm charismatische verhalenverteller. Hij maakte zijn eigen werkelijkheid en leerde ons om dat ook te doen,’ zegt Signe Zeilich-Jensen. Niek Koppen vult aan: ‘Hij zag zichzelf als een spiritueel leider, een soort Jezus Christus. Voor sommigen was hij dat ook. Hij heeft het leven veranderd van een collega van Signes moeder. Leif vertelde haar dat hij veertig dagen bovenop een berg heeft zitten bidden om dichter tot God te komen. Dat vond zij zo inspirerend dat ze besloot om zich tot het katholicisme te bekeren. We hebben haar maar niet verteld dat het verhaal onzin was.’
Ook dichter bij huis gaan de fantastische verhalen van Leif Zeilich-Jensen erin als koek. Aan zijn tweede vrouw, de moeder van Signe, vertelt hij dat hij geheim agent is van de CIA. Levensgevaarlijk werk, dus om de veiligheid van zijn vrouw en kind te beschermen is het beter om te scheiden. Zijn echtgenote stemt daarmee in. Veel later ontdekt ze de ware reden van de scheiding: Leif heeft een minnares die zwanger van hem is. Uiteindelijk worden de leugens zijn ondergang. De universiteit waar Leif werkt en promoveert, betrapt hem op plagiaat. Leif verliest zijn baan en grijpt naar de fles. Zijn vrije val is ingezet.
Die vrije val is niet de reden dat Signe Zeilich-Jensen op haar 21ste breekt met haar vader. Dat zijn zijn idealen. Of, specifieker: ‘Ik realiseerde me dat hij zijn idealen belangrijker vond dan zijn kinderen.’ Leif Zeilich-Jensen heeft grootse plannen met zijn dochter. Hij laat haar van kinds af aan literatuur lezen en overhoort haar. ‘Je moest slim zijn, goed scoren. Meedoen in zijn kenniswedstrijd. Mijn vader trok dat door tot in het extreme: was je niet intelligent, dan was je in zijn ogen een minderwaardig mens. Als je gelooft dat het ene mens fundamenteel beter is dan het andere, dan kom je uit bij nazi-denkbeelden. Toen ik me realiseerde dat hij serieus was in zijn rechtsextremistische gedachtengoed, heb ik met hem gebroken.’ Dat was in 1987, een jaar na de moord op Palme.
Deur dicht
Maakt dat Leif Zeilich-Jensen tot een potentiële moordenaar? Signe kan haar vader niet meer recht in de ogen kijken en die vraag stellen. Hij overleed in 1992. Zijn dood was voor zijn dochter een opluchting. ‘Mijn vader kwam altijd in de problemen. Hij had op het eind met iedereen ruzie, misdroeg zich, dronk teveel. Mijn grootste angst was dat hij opeens voor de deur zou staan. Ga je je eigen vader, die nergens anders heen kan, dan in de kou laten staan? Hij was zo overtuigend, ik weet zeker dat ik hem binnen had gelaten.’ Niek Koppen: ‘En anders ik wel. Ik had in die jaren geen idee hoe de man werkelijk in elkaar stak.’
Signe Zeilich-Jensen: ‘Als ik iets heb geleerd van deze film, is het dat ik nog niet los ben gekomen van het verleden. Ik heb het lang weggestopt, maar ik merk nu dat ik nog altijd boos ben op mijn vader. Dat is confronterend. Tegelijkertijd zou ik hem zeker binnenlaten als hij nu op de stoep zou staan. Misschien moet ik eindelijk eens in therapie gaan, zodat ik leer de deur definitief te sluiten.’
Palme, papa en ik
Palme, papa en ik is te zien op NPO Start/Plus
documentairetips
veel gelezen
-
- Parkeerplaats Europa: korte docu over het leven van chauffeurs op parkeerplaatsen
- Golden Age: amusant portret van ’s werelds chicste bejaardenhuis
- Tik van de meule volgt een groep radiopiraten op het platteland van Oost-Nederland
- De Earring & ik: Honderden fans van The Golden Earring brengen een muzikale ode aan de band
- Paul en Paultje: tragikomisch portret van broers met een traumatisch familieverleden