Elke week tipt de VPRO Boekengids een aantal nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van Mark Boog, Ingmar Heytze en Saskia Goldschmidt.

Mark Boog
De cartograaf en de wereld

Een jonge Duitser, cartograaf in spe, reist met wat tekeningen naar het Amsterdam van rond 1650, toen het mekka voor drukkers, uitgevers en kaartenmakers, en vindt emplooi bij meester Blaeu. Ingetogen registreert Paulus het bonte en drukke stadsleven. Zich hier laten gelden wil en kan hij echter alleen als toegewijd cartograaf, die de woelige wereld reduceert tot plattegronden en kaarten, in strakke lijnen. ‘De mensen deugen niet’ vindt Paulus, goed dat de heersende pest er wat opruimt. Hij voelt wél wat voor zijn kamerverhuurster Catharina, die hem als bedpartner toelaat, maar durft haar zijn liefde alleen kenbaar te maken via een getekende omweg, zoals Mark Boog in De cartograaf en de wereld (Cossee) plausibel weet te maken.

(Maarten van Bracht)

Ingmar Heytze
Postkamer

In de verantwoording van Ingmar Heytzes Postkamer (Van Oorschot) is sprake, twee keer zelfs, van ‘een lopende correspondentie in gedichten’. In deze bundel richt hij zich in zestig epistolaire (proza)gedichten, naast zijn vaste geadresseerden, tot tal van andere wezens, zaken en begrippen. Heytze schrijft het noodlot (‘U kunt er hier voorlopig niet bij./Dit huis is tot de nok gevuld met dochters.’) of ‘de verbouwing’ (‘Halfacht. De hamerboor doorsteekt de dag.’), opent een heerlijke klachtenbrief aan een AH-filiaalchef met: ‘Het was toch al zo’n dag dat je bij de slijterij wil vragen: “Heeft u ook fentanyl?”’ Een bonte stapel poëtische post, waarin ontroerend wordt gemijmerd over overleden ouders, en een paar enveloppen later een ex lepra krijgt toegewenst.

(Dirk-Jan Arensman)

Saskia Goldschmidt
Na de oorlog

In 2025 is het tachtig jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog formeel werd beëindigd. Voor de overlevenden van de oorlogsgruwelen duurde de oorlog in werkelijkheid veel langer. In Na de oorlog (Meulenhoff) wordt getoond welke impact dat had op hun kinderen en kleinkinderen. Saskia Goldschmidt interviewde negen leden van de tweede en derde generatie over hoe zij de oorlog met zich blijven meedragen. De een probeerde het ideale kind te zijn in een poging het leed van de ouders te verzachten, de ander leverde juist intens verzet om zo een eigen identiteit te vormen. Overkoepelend gegeven is het zwijgen van de eerste generatie over de oorlogservaringen. In deze indrukwekkende getuigenissen wordt dat zwijgen terecht doorbroken.

(Thomas van den Bergh)

de boekengids in je mailbox?