In The New Boy botst de 40.000 jaar oude religie van een Aboriginaljongen met het christelijk geloof van een non – met alle gevolgen van dien. Regisseur Warwick Thornton: ‘Ik schrok me rot toen ik voor het eerst een gemartelde man aan een kruis zag hangen in een kerk.’

Nadat een hevig tegenstribbelend Aboriginaljochie eindelijk is overmeesterd door de politie, wordt hij een juten zak gestopt en midden in de nacht afgeleverd bij een missiepost in de Australische outback. Alleen zuster Eileen is dan nog wakker en zij zal zich over hem ontfermen.

Zo begint het fraaie magischrealistische drama The New Boy. De komst van het eigenzinnige ventje maakt grote indruk op de zoekende non, die ontdekt dat de nieuwe jongen over bijzondere gaven lijkt te beschikken. En hetzelfde geldt natuurlijk ook voor het jonge ventje, dat kennismaakt met de wonderlijke wereld van het christendom en een halfnaakte man aan een kruis.

Via Zoom kunnen we eind juni praten met de 53-jarige regisseur van The New Boy, Warwick Thornton.

Martin Scorsese zegt altijd: ‘Film what you know.’ Wat kende u van The New Boy?
Warwick Thornton: ‘Als jochie werd ik naar een kostschool van de benedictijnen gestuurd, helemaal in het uiterste westen van Australië [Thornton komt uit de omgeving van Alice Springs, in het midden van Australië, red.]. Daar zag ik voor het eerst in mijn leven een kerk vanbinnen en ik weet nog dat ik me rot schrok toen ik daar een gemartelde man aan een kruis zag hangen. En ze aanbaden hem nog ook! Die herinneringen zie je terug in The New Boy, maar mijn leven was niet interessant genoeg, dus maakte ik van New Boy een bijzondere jongen, met bijzondere, bovennatuurlijke gaven. Helaas heeft zuster Eileen oogkleppen op als het gaat om wonderen. Zij gelooft dat alleen Jezus die kan verrichten. Het jochie daarentegen kan haar Jezus wel makkelijk inpassen, omdat Aboriginals in veel verschillende goden en scheppende wezens geloven. Er is altijd plaats voor eentje meer, snap je?’

Cate Blanchett en Aswan Reid in The New Boy

Geloofde u ook in God toen u bij de benedictijnen was?
‘Ik moest wel, anders ging ik naar de hel! Ik zwoer mijn eigen spiritualiteit niet af, maar veel scheelde het niet.’

Hoe oud was u toen?
‘Elf. Ik zat er van mijn elfde tot mijn dertiende.’

Hoe kwam u daar terecht?
‘Mijn moeder had me daarnaartoe gestuurd. Ik was namelijk nogal lastig als kind. Ik heb altijd een hekel gehad aan leraren, en zij ook aan mij. Daarom ging ik nooit naar school. Maar bij die benedictijnen moest ik wel. En ontsnappen kon niet, want we zaten midden in de bush. In een plaatsje dat New Norcia heet, ruim honderd kilometer van Perth.’

We hebben in 2023 op het festival van Cannes ook al over de film gesproken. Maar dat was voor camera en we hadden slechts vijf minuten. U vertelde toen dat u de eerste versie al bijna twintig jaar geleden schreef, maar dat dat script veel te boos was. Is woede een slechte raadgever?
‘Absoluut. Het kan je verblinden, maar het kan je ook inspireren. Mijn meeste scripts beginnen met woede over iets wat ik niet snap of waar altijd over gezwegen is. Als ik ergens woedend van word moet ik erover schrijven. Dat schrijven is dan een soort therapie voor me. Ik wil begrijpen waarom iemand iets slechts doet of denkt. Wanneer ik dat eenmaal begrijp kalmeert de film vanzelf. Ik heb namelijk een enorme hekel aan films waarin je alleen maar goed en slecht hebt. Daar geloof ik totaal niet in. De woede verdwijnt overigens nooit helemaal, maar het wordt wel iets anders. Geen medelijden of verdriet, het is iets wat ik niet goed kan uitleggen. Maar dat is wel het moment dat ik pas aan een film kan beginnen.’

U stofte het oorspronkelijke script af toen Cate Blanchett, die zuster Eileen speelt, u benaderde met het voorstel samen een film te maken...
‘Ja, Cate, zij is geweldig. Twee Oscars en zo. Het is heel wat als zo iemand een film met je wil maken, dan moet je toch iets goed doen. Dat geeft enorm veel energie. Maar ze is een stuk slimmer dan ik, dus het was ook best eng om haar te regisseren. Ik kreeg spontaan last van het bedriegerssyndroom: wat nou als ze zou doorkrijgen dat ik soms maar wat doe? Het antwoord daarop bleek simpel: wanneer ik iets niet wist zei ik dat gewoon en dan kwamen we er samen wel uit.’

Onze taal, onze dansen en onze verhalen zijn niet dood. Ze slapen.

Warwick Thornton

Cate Blanchett als Zuster Eileen

Zuster Eileen is een belangrijk personage in de film, maar niet de belangrijkste, dat is New Boy, van wie we nooit zijn echte naam horen. Waarom niet?
‘Dat geeft hem volgens mij een zekere mystiek, maar het komt natuurlijk ook doordat niemand op de missiepost hem daarnaar vraagt. Een beroemde schrijver die het script las adviseerde me nog om hem wel een naam te geven, omdat mensen dat zouden willen weten.’

Dat was vast geen literaire schrijver...
‘Inderdaad, dat was een scenarioschrijver uit Hollywood die maar bleef roepen: “Ik heb een naam nodig, een naam om me met hem te kunnen identificeren.” Maar dat is helemaal niet nodig. Op de set heette hij ook gewoon New Boy.’

New Boy wordt gespeeld door nieuwkomer Aswan Reid. Wat zocht u, een kleine Warwick?
‘Toen ik jong was had ik ook van dat vlasblonde haar, want als je in de woestijn woont en de zon altijd op je schijnt, wordt je haar vanzelf lichter. De meeste Aboriginalkinderen hebben blond haar. Maar hoe langer ik schreef, hoe minder het mijn verhaal werd. Het was alsof het personage van New Boy de controle had overgenomen. Ik had de pen wel in mijn hand, maar het was New Boy die het verhaal schreef.’

Aswan was – net als u destijds – elf jaar toen hij de rol speelde. Is hij nog verbonden met het land?
‘Volledig. Hij komt uit een heel fijne familie, uit een piepklein plaatsje dat Kiwirrkurra heet. En hij danst nog, hij zingt en spreekt de taal van zijn familie. Gelukkig maar, want dat is wat het christendom overal ter wereld heeft gedaan: het heeft oorspronkelijke religies volledig weggevaagd. Knipper met je ogen en ineens is een 40.000 jaar oud geloof verdwenen.’

Is het geloof van uw voorouders verdwenen?
‘Nou, niet echt. Ik was een beetje te extreem, misschien. Onze taal, onze dansen en onze verhalen zijn niet dood. Ze slapen. En we zijn ook niet meer dezelfde mensen als toen de kolonisten kwamen. We proberen vast te houden aan de verhalen van vroeger, maar we creëren ook nieuwe, snap je? We vinden onszelf als oorspronkelijke volkeren telkens opnieuw uit. Ik ben een Aboriginalverhalenverteller, alleen gebruik ik de wand van een grot niet meer voor mijn verhalen. Of mijn stem, bij het kampvuur. Nu gebruik ik de projectie van het beeld. En weet je nog: de woede waar we het over hadden, dat die aan de basis stond van dit verhaal. Dat was omdat de bijzondere gaven van New Boy niet waren opgewassen tegen de macht van het christendom. Pas later begreep ik dat de uitkomst van die machtsstrijd helemaal niet het belangrijkste is, omdat je voor een machtsstrijd twee partijen nodig hebt. Dat er überhaupt een strijd was betekende automatisch dat wij ook een bepaalde macht vertegenwoordigden. Het zette ons juist op de kaart. In Australië hebben ze de spiritualiteit van de Aboriginals altijd de Droomtijd genoemd. Alsof het eigenlijk niet bestaan heeft, alsof het maar een fantasie was, terwijl het christendom nooit een droom genoemd werd. Dat was heiligschennis. Met mijn film laat ik zien dat wat wij hebben geen droom was. New Boy had het en raakte het kwijt, maar wát hij had was echt.’

The New Boy

The New Boy draait vanaf donderdag 18 juli in de bioscoop

elke vrijdag