De aankondiging van de nieuwe oorlogsfilm van regisseur Alex Garland (Annihilation, Ex Machina) hield de afgelopen maanden de gemoederen flink bezig op Amerikaanse internetforums. In de politiek gespleten VS - waar Biden en Trump nek aan nek gaan in de presidentiële race die in november beslist zal worden - zat niet iedereen te wachten op een dystopische thriller waarin het land in oorlog is met zichzelf. Politiek links was bang dat de film fundamentalisten zou aansporen om in opstand te komen tegen de regering, en sommige extreemrechtse complotdenkers zagen de film als deel van een vooropgezet plan om de bevolking klaar te stomen voor een echte burgeroorlog.
Volgens een groot deel van de Amerikanen is een dergelijk conflict niet eens zo vergezocht: een opiniepeiling uit 2022, uitgevoerd door The Economist en marktonderzoeksbureau YouGov, liet zien dat ruim veertig procent van de inwoners van de VS het niet onwaarschijnlijk acht dat er in de komende jaren een burgeroorlog zou uitbreken in het land.
Garland maakte met Civil War dus een film over een gevoelig onderwerp, waarmee hij zich gemakkelijk in de vingers had kunnen snijden. Maar de Britse cineast houdt zich braafjes aan de oppervlakte: hoewel het conflict op sublieme wijze in beeld wordt gebracht, wordt nooit echt duidelijk waaróm in zijn film de Amerikaanse staten in oorlog verkeren met elkaar. En evenmin hoe de hoofdpersonages daarover denken, want dat mag de kijker allemaal zelf invullen, liet Garland weten tijdens een voorvertoning in Austin: ‘De film is bedoeld als een gesprek, dus er wordt niet te veel in beweerd. Maar we hebben ook geen uitleg nodig, want we weten precies waarom dit zou kunnen gebeuren.