De vader van kunstenaar Karina Beumer verloor zes jaar geleden zijn kortetermijngeheugen. In de documentaire (…) onderzoekt ze op speelse wijze wat dit betekent voor hem én voor haarzelf. ‘Ik wilde het niet romantiseren en ook niet dramatiseren.’

Er was iets met een groot hoofd van papier-maché waar hij in moest klimmen. Maar als Karina Beumer (1988) haar vader Ron (1953) – eveneens kunstenaar – vraagt naar wat hij nog meer weet van die lange periode van filmen blijft het stil. Het grootste deel van die tijd is uit zijn geheugen verdwenen.

Dat begon zes jaar geleden. Toen stopte zijn hart even met kloppen na een ontsteking van zijn hartklep. Daarna werd Ron langzaam weer fitter, maar er bleek wel iets veranderd. Hij wist de weg niet meer naar de wc en stelde dezelfde vraag soms meerdere keren. In het ziekenhuis werd niet-aangeboren hersenletsel (NAH) geconcludeerd, veroorzaakt door zijn hartstilstand. Door die hersenbeschadiging verdwaalt en vergeet hij. 

‘Ron is ook in positieve zin veranderd. Vroeger piekerde hij vrij veel, dat is nu weg’

Karina Beumer

Zijn verhaal is herkenbaar, want ook mijn vader kampt met hersenletsel. Hele delen van zijn geheugen zijn uitgewist en emotioneel is hij vervlakt. Over onze band maakte ik vorig jaar de Docs-audiodocumentaire Het gebutste brein van mijn vader (NTR) en tijdens het maakproces vroeg ik mezelf steeds af: hoe zorg je ervoor dat zo’n zwaar verhaal een beetje licht te verteren blijft?

Karina Beumer is daar een meester in. Op prachtige wijze vervlecht ze onder meer Rons teksten en hun gesprekken met absurdistische scènes – haar moeder die een hengel vasthoudt met daaraan een klein geknutseld hoofd van Ron – en grotachtige gangen waar haar vader doorheen dwaalt. 

Het idee voor de film begon bij een kampvuur, een paar jaar geleden. Op die avond vertelde Karina haar vader dat het voelde alsof zijn NAH haar had gewist. Bestond ze nog wel als hij zo veel vergat? Hij snapte het gevoel en vroeg direct: wat zullen we eraan doen? Ze spraken af dat hij elke vrijdag zou schrijven. Daarna belden ze. Zo kunnen we elkaar in stand houden, bedacht Karina. In de documentaire (…) – ofwel: het beletselteken – zie je hoe Ron in prachtig handschrift noteert: ‘Schrijven is minimaal het niet verloren laten gaan van gebeurtenissen. Ik moet op zoek gaan naar mijn eigen ik. Al schrijvend het in een vorm gieten.’

Op welke manier is je vader veranderd door NAH? 

Karina Beumer: ‘We konden altijd goed praten en ik vond hem heel wijs. Dat gevoel is nu weg, want gesprekken gaan niet meer automatisch. Hij stelt vaak dezelfde vragen, bijvoorbeeld aan mijn partner. “Heb je nog broers en zussen?” vraagt hij vaak. Maar Ron is ook in positieve zin veranderd door die NAH. Vroeger piekerde hij nogal veel, dat is nu weg. Daarnaast is hij veel speelser geworden. Zo begon hij op een gegeven moment dingen te verzinnen in die wekelijkse verhalen. Opeens had hij het over een dochter die in Monaco woonde en werkte. Toen dacht ik: als jij schrijft dat ik in Monaco woon, dan ga ik daarnaartoe. Dat hebben we vervolgens in de film gebruikt. Tegelijk is hij iemand geworden die veel rust neemt en regelmatig een noisecancellingkoptelefoon opzet. Hij is ongevraagd mindfulnessspecialist geworden. Herken je dat?’

Absoluut. Het lijkt vaak alsof mijn vader alleen maar in het nu kan zijn. Vroeger had hij heftige woede-uitbarstingen als hij overprikkeld was, maar een paar minuten later was hij dat totaal vergeten. Dan zat ik nog te trillen van kwaadheid en vroeg hij vriendelijk of ik een koekje wilde. Als kind snapte ik daar niets van. Begrijp jij je vader altijd?

‘Mijn ouders hebben gelukkig vrij snel hulp gekregen, dus we kregen duidelijk te horen wat dat hersenletsel precies inhield: dat zijn kortetermijngeheugen weg is en dat hij snel overprikkeld kan zijn. Het helpt dat zijn rustige leven goed bij NAH past. Hij heeft weinig afspraken en werkt veel aan zijn etsen in zijn atelier. Mijn moeder is mantelzorger. Zo bereidt ze hem altijd voor als er bezoek komt, door te vertellen wie er komt en wat diegene bijvoorbeeld voor werk doet.’

‘Soms was ik ontroerd of juist verdrietig. En aan het einde van het proces was ik heel moe’

Grappig, dat doet mijn moeder ook. Tegelijk heeft ze weleens gezegd: ‘Misschien komt hij daardoor beter over en zien mensen niet hoe erg het letsel is.’ Wat vind jij daarvan?

‘Ik vind het wel mooi dat onze vaders op die manier nog kunnen meedoen aan gesprekken, want die NAH heeft toch een stuk van hun persoonlijkheid weggehaald. Maar om contact te maken met iemand die ernstig hersenletsel heeft, moet de ander wel creatief blijven. Nog elke vrijdagochtend belt Ron mij en leest hij zijn verhaal voor. Omdat het elke week in de planning staat, is dat gemakkelijker te onthouden voor hem.’

Mijn ouders twijfelden eerst over mijn idee: je brengt toch een persoonlijk familieverhaal naar buiten, waar ook lelijke en verdrietige kanten aan zitten. Waren jouw ouders direct enthousiast? 

‘Mijn ouders hadden er meteen zin in. Of ik ze nu vroeg om hun eigen ontmoeting in een berghut na te spelen met poppen of door maisvelden te dwalen: niets was te gek. Anderhalf jaar lang waren we samen bezig. Mijn moeder was soms chauffeur, ze deed de catering en af en toe het geluid. Ze vertelde dat ze na het filmen wel even in een zwart gat viel: het spannende en avontuurlijke van die tijd was opeens weg. Tijdens dit proces zag ik pas hoezeer zij mantelzorger is, ze doet zo veel voor hem.’

Hoe was het voor jou om in het hoofd van je vader te graven? Zelf vond ik het mooi én lastig om een documentaire te maken over mijn vader en zijn handicap, omdat ik daardoor pas besefte dat een emotionele band met hem niet mogelijk is… 

‘Ik ging er vrij enthousiast in en dacht: dit gaan we even aanpakken. Het is nooit de bedoeling geweest om een therapeutisch werk te maken, maar door dit te doen leg ik ons contact toch steeds op een andere plek. Soms was ik ontroerd of juist verdrietig. Aan het einde van het proces was ik heel moe. Niet alleen vanwege het persoonlijke onderwerp, maar ook door alles eromheen. Want hoe maak je eigenlijk zo’n film? Ik wilde het niet romantiseren en ook niet dramatiseren. Kon ik dat wel? Als ik echt in paniek was, ging ik maniakaal aan dat hoofd bouwen of aan de grotten waar papa in dwaalt. Daarin kon ik het afreageren.’ 

Een van de vragen die jij jezelf stelt is of je zonder geheugen nog steeds een identiteit kunt hebben. Heb je het antwoord daarop gevonden? 

‘Weet ik niet. Aan een identiteit kun je herinneringen ophangen, daar geloof ik nog steeds in. Maar mijn moeder zegt weleens: waarom moet je steeds terugkijken? Zij kijkt liever naar het nu, heel mooi. In jouw documentaire eindig je ermee dat jij meer moet gaan kijken naar wat er nog wél is en ik denk dat dit voor mij ook geldt. Toen ik Ron laatst vroeg hoe we na deze film verder zouden gaan, stelde hij voor om er nog een te maken. Deze documentaire laat zien dat wij als omgeving letterlijk aan zijn wereld moeten blijven bouwen. Ik wil geen vervolgfilm maken, maar we blijven wel bouwen via die wekelijkse verhalen. Vanaf nu is het verhaal weer van ons, want samen iets maken blijft onze taal.’

(…)

maandag 4 december

npo 2 23.15-23.50

de nieuwste documentairetips in je mailbox?