In principe vecht iedere componist een leven lang tegen de vergetelheid. Als creatieve bedwinger van vluchtige, immateriële schoonheid probeert een toondichter overal vat op te krijgen. Want wordt je werk bijvoorbeeld nog wel gespeeld na je dood? Nederlandse componisten hebben het zwaar te verduren. De prachtigste muziek van overleden makers als Otto Ketting, Peter Schat en Rudolf Escher is maar mondjesmaat in de concertzalen te beluisteren.
Een van de pregnantste voorbeelden is de stormachtige carrière van pianist-componist Hans Henkemans (1913-1995). In de jaren vijftig en zestig was hij kind aan huis in Concertgebouw Amsterdam, maar in de decennia daarna raakte Henkemans vervreemd van zijn tijd. De sfeervolle documentaire Weggewist van regisseur en achterneef Harro Henkemans richt een intiem monument op voor deze componist. Verbeeldingsrijke anekdotes van familie en vrienden brengen Hans Henkemans tot leven. Liefdevol beheert dirigent Ed Spanjaard het Henkemans-archief, terwijl journalist en VPRO-medewerker Melchior Huurdeman geregeld bij de vijftig jaar oudere Henkemans op bezoek kwam. Huurdemans hippe ripped jeans zorgde voor consternatie in huize Henkemans. ‘Kom toch eens kijken wat hij nu weer aan heeft,’ riep Henkemans destijds geamuseerd naar zijn vrouw.
In zijn glorietijd is Henkemans een regelrechte klassieke-muziekster. Zijn roem vergaart hij met glasheldere, nog altijd verkwikkende vertolkingen van Debussy, Mozart en Chopin. Hij treedt op tijdens festivals in Salzburg en Edinburgh. In 1945 programmeert dirigent Eduard van Beinum van het Concertgebouworkest zijn latere successtuk Passacaglia en gigue. Een doorbraakmoment voor Henkemans die destijds zelf de pianosolo vertolkt. De opdrachten rijgen zich aaneen. De klassieke traditie klinkt stevig door in Henkemans’ verfijnde compositorische werk, zoals het schitterende Vioolconcert en Altvioolconcert. Dirigent Bernard Haitink is groot fan en roemt zijn toegankelijke klanktaal.
Begin jaren zeventig waart de muziekrevolutie door Nederland. Volgens notenkrakers Louis Andriessen en Peter Schat moet de behoudende muziekwereld op de schop. Henkemans noemt hun nieuwlichterij geen muziek maar ‘soniek’. Pardoes wordt Henkemans in de ban gedaan en voor ouderwets versleten. Verweesd trekt hij zich terug uit het muziekleven. Hij vindt soelaas in zijn oude job als psychotherapeut. Aan het eind van zijn leven zal Henkemans nog een revanchemoment mogen ervaren. In 1994 wordt zijn gloednieuwe Derde pianoconcert warm onthaald. Inmiddels spreekt Henkemans’ tonale klanktaal sterker tot de verbeelding. Jonge musici als pianobroers Jussen, pianist Mattias Spee en violist Jeroen Dupont buigen zich nieuwsgierig over zijn werk.