Ride the Wave schetst een portret van surfer Ben en zijn warme familie. Helemaal zorgeloos is de veertienjarige Ben echter niet.

Het is een onheilspellend begin van de documentaire Ride the Wave. Een kleine figuur surft in een gigantische, huizenhoge golf en verdwijnt dan uit het zicht. ‘Ik zie hem niet meer, kun jij hem nog zien?’, vraagt een stem door een portofoon.

Die kleine figuur is de veertienjarige Ben. De ontknoping, of hij het redt uit de golf, komt pas aan het einde van de film. Eerst springt de documentaire twee jaar terug in de tijd, naar een twaalfjarige Ben die namens Schotland meedoet aan het wereldkampioenschap surfen (onder de 18) in Japan.

Dat gaat niet helemaal vlekkeloos, want de jonge surfer heeft nog niet echt een plan en, in tegenstelling tot veel van zijn veel oudere rivalen, geen professionele coach. Wel heeft hij een sympathieke vader die een balans zoekt tussen het aanmoedigen en het coachen van zijn zoon.

Ben

Ben is niet echt een prater, dus zijn ouders vertellen grotendeels zijn verhaal. Over hoe hij op een surfplank stond nog voor hij kon lopen. En over hoe het gezin (Ben heeft twee jongere zusjes) opgroeide op een klein Schots eiland.

Daarmee is Ride the Wave misschien nog wel meer een portret van het gezin dan van Ben. Een gezin dat eigenlijk alles ten dienste van zijn surfambities stelt, zonder te morren. Het zijn lieve, vrolijke en veerkrachtige mensen, gebruind en blond van de zon, die om de haverklap ‘I love you’ tegen elkaar murmelen.

Op al dat geluk wordt een schaduw geworpen als blijkt dat Ben al jaren wordt gepest op school. Surfen is zijn vlucht, maar met zijn succes neemt ook het pesten toe. Ook zijn zusjes kunnen moeilijk aansluiting vinden op school. Hun moeder besluit hen thuis les te geven en dat komt Ben goed uit, want nu kan het gezin naar Ierland, naar de grote golven.

Ride the Wave

vrijdag 1 maart

NPO 2 Extra 20.30-21.55

de nieuwste documentairetips in je mailbox?