In het noordelijkst gelegen deel van Siberië, op een schiereiland groter dan Duitsland, wonen naar schatting zo’n 5000 Dolganen. Deze inheemse en van oorsprong nomadische bevolkingsgroep leeft het grootste gedeelte van het jaar in de bittere kou op een met sneeuw bedekte toendra. De meesten hebben zich gevestigd in dorpen, maar het gezin Zjarkov leidt een geïsoleerd en hard bestaan, zien we in de documentaire How Big is the Galaxy? (2017). De film is van de Russische filmmaker Ksenia Jeljan (Moskou, 1981), die eerder onder meer het camerawerk op zich nam van My friend Boris Nemtsov (een documentaire over de in 2015 vermoorde Russische oppositieleider).
How Big is the Galaxy? is Jeljans eerste lange film en draaide in 2018 tijdens het International Documentary Film Festival Amsterdam. Hoewel het aanvankelijk een romantisch beeld lijkt te schetsen van een gezin dat zich onderwerpt aan de even brute als beeldschone natuur, heeft ook deze film een politieke en existentiële laag. In de afgelopen decennia moesten Dolgaanse kinderen verplicht naar een kostschool, waar ze zich vervreemdden van hun familie en cultuur. Maar tegenwoordig stuurt de Russische federatie docenten naar de meest afgelegen gebieden. Waaronder naar het gezin Zjarkov, waar de zevenjarige Zachar en zijn iets oudere broer Prokopi thuisonderwijs krijgen.
Tussen het spelen en vervelen door zien we hoe deze Dolgaanse jongens in het Russisch les krijgen. De jongste leert lezen, de oudste moet klassieke gedichten uit het hoofd leren. Beide weten ook wie de Russische leider is, wiens portret aan de muur van hun hutje prijkt. Zijn ogen lijken volgens de intelligente Zachar op ‘camera’s’.
Het is bijzonder hoe dicht Jeljan bij dit gezin komt; je krijgt in deze sterk observerende film de indruk dat ze maandenlang met de familie heeft samengeleefd. We zien in lange scènes hoe de kinderen wakker worden, hoe ze buiten in de sneeuw in bomen klimmen en hoe ze hun vader helpen met het slachten en ontvellen van een van hun rendieren. De jongens hebben ook een grote fantasie en een brede fascinatie, en vragen de volwassenen waarom bloed rood is en hoe groot het universum is. Wanneer ze het aan het einde van de film weer over Poetin hebben, zegt Zachar dat die hem en zijn broer op een dag naar Oekraïne zal sturen om te vechten. De oudere broer verzucht dan ineens: ‘Wat maakt mij het uit. Ik wil niet leven.’ Ook op deze afgelegen plek lijkt de boze buitenwereld de kinderlijke onschuld te domineren.