Straatkunst hoort te vervallen, te vergaan. Regen vervaagt de kleuren, de muur wordt schoongemaakt of een andere artiest spuit of schildert er een eigen werk overheen. Kunst in de openbare ruimte bestaat slechts tijdelijk; het conserveren is dan ook onbegonnen en onzinnig werk.
Of is het soms noodzakelijk en mogelijk om straatkunst te bewaren? Want wat als een kunstwerk een zekere waarde heeft waardoor het zonde zou zijn het te laten vergaan? Wat als een schildering op een muur veel heeft betekend voor de mensen en de buurt? Dragen we niet de plicht om dit stukje cultuur te behouden en ergens op te slaan zodat het nog jarenlang bekeken kan worden?
In 2022 bezetten Russische troepen een aantal maanden Borodjanka, een stad vlak bij Kyiv in Oekraïne. Na de bevrijding bezochten zowel straatkunstenaars Banksy als C215 de stad, waar ze werken maakten op de achtergebleven ruïnes. Ze beeldden voornamelijk mensen af die de gevolgen van de oorlog hebben ervaren: een jonge danseres die stierf, een oud koppel dat de Sovjetbezetting nog had meegemaakt.