In een flitsende reisreportage, vorig jaar online gezet door een Russisch mediabedrijf, lopen twee jonge presentators vrolijk over een moderne boulevard. ‘Dit is de supervette, prachtige stad Marioepol,’ spreken ze de kijker in het Russisch toe. ‘De beste vakantiebestemming aan de Zee van Azov.’
Marioepol – inderdaad, de Oekraïense havenstad die in februari 2022 door Rusland van de kaart werd geveegd. Van de chaos uit die tijd is in het filmpje vrijwel niets meer te zien. De bezetter heeft in razend tempo nieuwe woontorens, winkels en hotels uit de grond gestampt, en nu wordt de Russische jeugd dus aangespoord om in deze ‘nieuwe regio’ lekker vakantie te komen vieren. ‘Waarom zou je naar Turkije of de Malediven gaan? Hier thuis is het beter.’
Volgens een recent artikel in dagblad Trouw wemelt het op Russische sociale media van dit soort hippe propagandafilmpjes. Je zou de doelgroep ervan willen wijzen op een ander programma over Marioepol, met een heel wat andere invalshoek: 82 dagen in de hel, een driedelige docuserie van BNNVara en de VRT. Centraal hierin staat de staalfabriek Azovstal, een gigantisch complex aan de rand van de stad, waar tot de Russische inval zo’n 25 duizend mensen uit de regio werkten. Toen de eerste bommen vielen en bewoners massaal op zoek gingen naar plekken om te schuilen, vormde de fabriek een logische bestemming. Het was algemeen bekend dat zich onder het terrein een imposant gangenstelsel bevond met zo’n 35 ruime bunkers uit de dagen van de Koude Oorlog. In korte tijd trokken er duizenden Oekraïners naar de fabriek, die zich verdeelden over de koude, donkere, vochtige ruimten, en daar vervolgens weken- of zelfs maandenlang bleven wachten.