De documentaire Verdwenen stad verhaalt hoe de Joodse bevolking van Amsterdam werd gedeporteerd: per tram.

De Nederlandse Spoorwegen vervoerden in opdracht van de Duitse bezetter én tegen betaling meer dan honderdduizend Joden naar Westerbork. Excuses daarvoor bleven tot 2005 uit. Het Amsterdamse GVB heeft die nog steeds niet aangeboden, hoewel zijn rol bij het transport van Joden in het voortraject niet minder kwalijk was. Het vervoersbedrijf deporteerde per tram tussen juli 1942 en september 1943, en ten leste augustus 1944, in negenhonderd ritten 48.000 Joden naar de treinstations Amsterdam CS, Muiderpoort en Amstel. Eveneens in opdracht van de Duitsers, onder bewaking van Duitse militairen én Nederlandse politieagenten én ook tegen betaling. Het bedrijf bracht de bezetter daarvoor 9000 gulden in rekening, omgerekend zo’n 60.000 euro nu. Niet alle facturen werden voldaan, daarom stuurde het GVB nog tot twee jaar na de oorlog openstaande rekeningen naar Duitse instanties.

Was de Februaristaking in 1941 nog een massaal protest van Amsterdam tegen de eerste razzia, het nadien per tram transporteren van Joden bleef een logistiek vlekkeloos verlopende operatie, zonder protest of poging tot sabotage, onder toeziend oog, of liever: wegkijken van datzelfde Amsterdam.

Hoe was dit mogelijk? ‘De Duitsers hoefden maar even te telefoneren,’ schreef Jacques Presser in Ondergang (1965), ‘en zij kregen zoveel trams als ze nodig hadden: die stonden elke avond gereed; de Amsterdamse “Bedrijven”, ressorterend onder burgemeester Voûte zelf, werkten in maximale mate mee. De trams vervoerden de aldus getekenden naar het Centraal Station (…) tot in de dood.’

Sinds Presser bleef de zaak onverkwikkelijk sluimeren, totdat ze pas vorig jaar in Verdwenen stad weer indringend aan de orde werd gesteld door de onlangs overleden schrijver Guus Luijters, herdacht als chroniqueur van Amsterdam, en filmmaker Willy Lindwer. Als kind zag Luijters (1943) niet begrijpend vanuit de tram de lege, vervallen Jodenbuurt. Lindwer is van 1946, zijn ouders vluchtten uit Oekraïne naar Amsterdam. Zij volgen, gezeten of staande in een authentieke donkerblauwe tram uit de oorlogsjaren, de routes die Joden destijds moesten afleggen en doen hun verhaal over de deportaties, aangevuld door archiefbeelden en getuigenissen van een vijftiental overlevenden. Daarbij vormen niet eerder gepubliceerde facturen voor uitgevoerde tramritten, de laatste die over 8 augustus 1944, waarmee onder anderen Anne Frank en haar familie voor 30 gulden werden afgevoerd, het sprekende bewijs van de verregaande meegaandheid c.q. collaboratie van het GVB. Maar Luijters en Lindwer tonen ook hun onbegrip en verbijstering over het feit dat de deportaties mogelijk werden door de langdurige medewerking van politie en burgers, die in het beste geval passief toekeken. Waarom deed niemand iets? In ruim een jaar tijd raakte Amsterdam zijn Joodse bevolking kwijt, waaraan de titel Verdwenen stad refereert. Op 29 september 1943 werd Amsterdam ‘judenrein’ verklaard.

Verdwenen stad

maandag 3 februari

NPO 2 22.20-0.00

de nieuwste documentairetips in je mailbox?