De Surinaamse Nederlander Jaitsen Singh emigreert in 1970 met zijn vrouw Grace, stiefdochter Daphne en zoon Surendar naar de VS. In het Californische Ontario bouwt hij een goed bestaan op. De Amerikaanse droom spat echter uiteen als in de zomer van 1983 zijn echtgenote en tienerdochter levenloos worden aangetroffen in de kofferbak van de auto van Grace. Het tweetal was eerder die avond in hun woning om het leven gebracht. Jaitsen en Surendar zijn die avond niet thuis. Een half jaar later wordt Jaitsen opgepakt en veroordeeld tot 56 jaar gevangenisstraf.
De (witte) jury spreekt het vonnis uit in een tijdsgewricht waarin racisme wijdverbreid is en het voor gekleurde mensen niet vanzelfsprekend was om verzekerd te zijn van een eerlijk proces. De misdaadcijfers liggen hoog in de staat Californië en aanklagers, vaak met politieke ambities, zijn gebrand op het binnenhalen van zoveel mogelijk veroordelingen. Tot op heden beweert Jaitsen onschuldig te zijn.
Zes jaar geleden stortte filmmaker Hans Pool (Bellingcat, Poetins Olympische droom) zich op de zaak. Hij kreeg toegang tot alle dossiers, van getuigenverklaringen tot rechtbankstukken. In de thematisch opgebouwde vijfdelige serie Een Amerikaanse nachtmerrie doet Pool het verhaal van Jaitsen nauwgezet uit de doeken. ‘Ik begon aan dit project met de vooronderstelling dat deze man zoveel onrecht was aangedaan,’ licht Pool toe. ‘Uiteindelijk kreeg hij in 2000 een nieuw proces, nadat bleek dat zijn eerste proces oneerlijk was verlopen. Ik hoopte iets te vinden waardoor ik Jaitsen z’n vrijheid kon teruggeven. Dan blijkt gaandeweg dat het verhaal van Jaitsen almaar complexer wordt. Telkens als ik denk grip te hebben op het verhaal, verlies ik die weer. Zo stapelt de indirecte bewijslast tegen Jaitsen zich verder op. Houden mijn eerdere vooronderstellingen nog stand? De serie belicht niet alleen mijn persoonlijke zoektocht naar de vraag of Jaitsen schuldig is of niet. Ook werpt die licht op de vraag wat te doen wanneer het bewijs niet sluitend is en er gerede twijfel blijft bestaan. Is het humaan om iemand nu al bijna veertig jaar achter slot en grendel te zetten?’