Documentairemaker Geertjan Lassche maakte een film over hoe de oorlog werd beleefd in het streng gereformeerde en geïsoleerde Rouveen, een plattelandsdorp onder de rook van Staphorst. In Duutsers halen de laatste Rouveense ooggetuigen in onvervalst Nedersaksisch dialect herinneringen op aan de bezetting.
Hun oordeel over de Duitsers is opvallend mild. Het waren ‘vriendelijke lui’, je had er ‘weinig last van’, zeker in de beginjaren. De soldaten worden door Rouveners omschreven als boerenjongens die zelf ook niet wisten waarom ze in Nederland waren. ‘NSB’ers waren gemener,’ klinkt het. En hoewel er een werkkkamp voor Joden vlak naast het dorp stond, was er voor hun lot weinig interesse. Het was fijn dat ze een sloot hebben uitgegraven, die nu bekendstaat als de Jodensloot, maar over wat er met hen gebeurde toen ze op een zeker moment oostwaarts werden afgevoerd werd niet gesproken. Een sfeer van verzet was er nauwelijks.