‘De eerste keer dat ik een Vermeer zag, viel ik flauw,’ zegt Gregor Weber, curator van het Rijksmuseum en Vermeer-kenner in de documentaire Dicht bij Vermeer van Suzanne Raes, te zien in Het uur van wolf. Hij is bepaald niet de enige bij wie het werk van Vermeer (1632-1675) veel losmaakt. Marcel Proust was lyrisch over Vermeers Gezicht op Delft, wat eraan bedroeg dat voor een eerdere Vermeer-expositie in Nederland rijen Fransen in de rij stonden.
Dit jaar veroorzaakte de Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum (nog t/m 4 juni) nog grotere gekte. Voor het eerst zijn 27 van de 37 schilderijen die het kleine oeuvre van Vermeer omvat verenigd. In Dicht bij Vermeer zien we de stille diplomatie die ervoor nodig was om dat voor elkaar te krijgen. Ook tracht Raes iets van het grote mysterie dat man en werk omringt te ontrafelen. Curator Weber, voor wie de expo een bekroning is van zijn carrière, is daarbij een charmante hoofdpersoon. Nu eens spreidt hij zijn armen om te verbeelden hoe hij de bezoekers in zijn expo wil laten ‘zweven’, dan weer komt hij niet uit zijn woorden om de ontroering te beschrijven die een Vermeer bij hem te beweeg kan brengen.
Ondertussen is er nog steeds weinig over de 17de-eeuwse meester bekend. ‘Van Rembrandt zijn tachtig zelfportretten, van Vermeer alleen een schilderij waarop hij met de rug naar de kijker zit,’ vertelt Weber. Er zijn ook geen dagboeken, brieven of aantekeningen. ‘We weten dat hij veertien kinderen kreeg en tamelijk jong al overleed, al op zijn 43ste,’ zegt Weber. ‘Meer weten we niet, zelfs niet waar of bij wie hij heeft leren schilderen.’ Ook zijn schildertechniek blijft vaak raadselachtig, wat hem de bijnaam ‘de Sfinx van Delft’ opleverde. In de 21ste eeuw worden zijn doeken met nieuwe technologie onderzocht, wat het raadsel soms iets kleiner maakt. Soms ook weer groter, wanneer Amerikaanse kunsthistorici stellen dat een Vermeer toch geen Vermeer kan zijn, terwijl Nederlandse wetenschappers dat nog geen uitgemaakte zaak vinden.
Dan rijst de vraag: wat maakt een Vermeer nu eigenlijk tot een Vermeer? ‘Je kunt zeggen: het licht, het perspectief, de compositie,’ zegt de Amerikaanse schilder en kunsthistoricus Jonathan Janson in de documentaire. ‘Maar er zijn zoveel dingen, en pas als je alles bij mekaar optelt, dan krijg je een Vermeer.’ Raes heeft vooral oog voor de liefde van kenners, onder wie ook restauratoren Abbie Vandivere en Anna Krekeler, voor het werk van de ongrijpbare kunstenaar. Typerend is de reactie van Janson wanneer hij weer eens oog in oog staat met het Meisje met de parel: ‘Steeds als ik haar zie lijkt ze lichter dan ik dacht dat ze was.’