Het is een onderwerp dat doorgaans scepsis of cynisme oproept: de inzet van dieren bij therapie of coaching. De korte documentaire Spiegel van Eva Sjerps gaat over paardencoaching die wordt ingezet bij jongeren met uiteenlopende problemen. Het is een fraai ingetogen en dicht op de huid gefilmde registratie van wat de dieren teweeg kunnen brengen.
Sjerps richt haar camera op twee jongeren: Ava en Levi. Om beurten zien we ze bezig in de paardenbak van een zorgboerderij. De paardencoach geeft hen opdrachten, zoals het uitzetten van een hindernisbaan die past bij hoe je je voelt, of iets ogenschijnlijk simpelers: het omdoen van een halster of contact maken met het paard.
Ava probeert het met Spikkel, een witte pony met lichtbruine vlekjes. Die wil weinig van haar weten en draait zijn hoofd weg. Hoe dat voelt, vraagt de coach. Ava lacht haar beugel bloot. ‘Een beetje afgewezen of zo?’ Ze probeert het opnieuw. ‘Hij negeert me gewoon,’ zegt ze. ‘Negeer je zelf weleens gevoelens van jezelf?’ gaat de coach verder. ‘Ja,’ zegt Ava. Wat ze denkt dat er met die gevoelens gebeurt? ‘Die verdwijnen.’ Ze lacht. ‘Nee, ik denk dat die het langst blijven zitten.’
Langzaam maar zeker krijgt de paardencoach Ava aan het praten over het onderwerp dat ze, net zoals in de vorige sessie, liever ontwijkt: haar vader. Hij woont in Portugal en Ava ziet hem weinig. De vorige keer dat hij ter sprake kwam liet ze er weinig over los en liep paard Oscar bij haar weg. De coach: ‘Wilde je zelf eigenlijk ook weg, toen ik over je vader begon?’
Voor de sceptici die de neiging hebben ineen te krimpen bij dit soort opendeurvragen en -observaties: hold your horses. Wie, net als Sjerps, in staat is te kijken zonder vooroordeel, ziet gaandeweg wel degelijk iets bijzonders gebeuren. Zelfs de wat starre Levi, die aanvankelijk op alle vragen van zijn coach antwoordt met ‘weet ik niet’ of ‘geen idee’, ontdooit voorzichtig.
Hij wordt in de bak gezet met Domino, die bokkig op hem reageert en steeds wegrent. ‘Kutbeest,’ vindt Levi. De coach spoort hem aan om eerst wat rustiger te worden en het dan nog eens te proberen. Het werkt, Levi mag Domino aaien. Hoe het hem gelukt is, wil ze weten. Levi heeft geen idee. ‘Superknap,’ zegt de coach. ‘Ja,’ antwoordt hij. ‘Kunnen we alstublieft heel even naar de veulentjes? Dat wil ik zo graag.’