Hij was een van Neerlands grootste ontwerpers, Gerrit Rietveld (1888-1964); zijn Rood-Blauwe stoel is wereldberoemd, zijn Rietveld Schröderhuis in Utrecht werd opgenomen in de Unesco-werelderfgoedlijst. Naast meubels, ontwierp Rietveld talloze woonhuizen, in strakke, modernistische stijl.
In Rietveldhuizen: Een meubel om in te wonen vertellen huidige eigenaren over hun woning, ook over de soms erbarmelijke toestand waarin ze de huizen ooit aantroffen, en hoe ze deze vervolgens in de oorspronkelijke staat herstelden. Zelf zou Rietveld die restauratiewoede met verbazing hebben aanschouwd, zegt Truus Schröder, opdrachtgever van Rietvelds beroemdste bouwwerk. Op geluidsopnames uit begin jaren tachtig vertelt ze dat Rietveld niet geloofde in bouwen voor de eeuwigheid: ‘Hij vond: huizen moesten zeker niet langer dan vijftig jaar bestaan, want dan waren ze verouderd.’
Schröder speelde een belangrijke rol in Rietvelds leven en werk. Niet alleen kwam het Rietveld Schröderhuis in nauwe samenwerking tot stand, er was tevens sprake van een amoureuze relatie die al begon toen beiden nog getrouwd waren – ongelukkig getrouwd. Meneer Schröder bleek tot verdriet van zijn echtgenote niet zo modern als hij vóór de huwelijksvoltrekking had doen voorkomen, en ook tussen de zeer gelovige mevrouw Rietveld en haar man, die de gereformeerde kerk de rug toekeerde, boterde het niet.