In de Nationale Beroepengids staat uitsmijter niet bij de u de maar onder de h want de officiële naam is horecaportier. En in dat beroep ben je gastheer, bemiddelaar en uitsmijter. In die volgorde. Hij, zelden zij, staat ook niet voor niets buiten de deur. Preventief optreden en problemen voorkomen door een slim deurbeleid is tenslotte de efficiëntste manier om het gezellig te houden.
In de gids wordt een duidelijk onderscheid gemaakt in de taken die binnen of buiten moeten worden uitgevoerd. Buiten gasten fouilleren en weigeren, letten op eventuele bedreigingen en wapens en harddrugs afnemen. Binnen problemen oplossen, bij ruzie bemiddelen en bezoekers rustig krijgen. Mocht er gevochten worden, dan bezoekers verwijderen. Met de juiste uitstraling komt hij daar niet eens aan toen omdat ‘de horecaportier zowel rust als no-nonsense uitstraalt en daardoor de rust in de gelegenheid houdt’. Verder is hij ‘niet bang aangelegd, sociaal vaardig en kan hij streng optreden’.
Al die vaardigheden worden tijdens het werk aangesproken, maar het lastige is dat je van tevoren moeilijk kunt voorspellen op welk moment precies. Dat is het eerste wat duidelijk wordt in de vierdelige reportageserie De uitsmijters. Daarvoor zijn buitenwippers gevolgd tijdens diensten bij een Twentse plattelandsdisco, een stadse club in Rotterdam, een feestcafé in het Brabantse Oosterhout en een studententent in Groningen. Totaal uiteenlopende zaken met ieder een heel ander publiek maar wel met dezelfde problemen. Dronkenschap, verboden spullen naar binnen smokkelen, valse legitimatiebewijzen en vechtpartijen. Door de harde muziek, drukte en de donkere omgeving gaat het er in deze serie nogal heftig aan toe. Arbotechnisch gezien geen ideale werkomstandigheden voor de uitsmijters die een groot deel van hun tijd bezig zijn met opvoeden. Vooral na corona zijn ze daar veel meer tijd mee kwijt. Alsof de jeugd vergeten is hoe ze zich hoort te gedragen of omdat ze door de lockdown geen kans heeft gehad om dat van oudere bezoekers te leren. Aan de andere kant, je bent jong en je wil wat. En wanneer je met zestien wel naar de disco mag, maar het verboden is om daar een biertje te drinken is dat zelfs met een bijna rijpe prefrontale cortex moeilijk te begrijpen. Goede uitsmijters snappen dat, maar zien het niet door de vingers.