In 1972 raakte Carlos Santana met zijn toenmalige vrouw in de ban van de Indiaas-Amerikaanse goeroe Sri Chinmoy. Voor de Californische muzikant, die op het toppunt van zijn roem verkeerde, was het een rigoureuze bekering. Hij knipte zijn lange haar af, zwoer drank, drugs en vlees af, ging dagelijks vanaf vijf uur ’s morgens mediteren, al dan niet starend naar een foto van de grote baas. En ook artistiek bleven de gevolgen niet uit: Santana ruilde zijn oude band in voor een nieuwe en sloeg muzikaal een hoogst experimentele weg in. De fans waren er niet onverdeeld blij mee, en zijn label al helemaal niet. Na tien jaar en een reeks steeds hoger oplopende conflicten met de goeroe, kwam de fase tot een einde.
In de docu Carlos (2023) wordt dit toch vrij aanzienlijke hoofdstuk in Santana’s leven maar summier aangestipt. De film schetst een chronologisch portret van de inmiddels 75-jarige muzikant aan de hand van archiefmateriaal en recente interviews, maar over al te intieme zaken wil hij duidelijk niet veel kwijt. Nog zo’n belangrijk punt dat slechts even wordt genoemd, als een terzijde haast, is het misbruik dat Carlos als kind doormaakte, opgroeiend in de Mexicaanse grensstad Tijuana. In een veelbesproken Rolling Stone-artikel uit 2000 (’The Epic Life of Carlos Santana’, online te lezen) onthulde hij dat het trauma zijn hele leven had getekend: hij had er hevige angsten en woedeaanvallen aan overgehouden. In Santana’s levensverhaal, vol breed uitgemeten ruzies, fors drugsgebruik en religieuze afslagen, lijkt die episode veel te verklaren. Dat de artiest er in Carlos nauwelijks op in wil gaan is natuurlijk zijn goed recht, maar het maakt de film als biografisch document wel wat onbevredigend. Zeker omdat regisseur Rudy Valdez ook geen andere perspectieven biedt; naast Santana laat hij sporadisch een familielid of geliefde aan het woord, maar je vraagt je af hoe bijvoorbeeld al die ex-bandleden op de samenwerking terugkijken.
Is de film daarmee mislukt? Dat toch ook weer niet. Santana mag dan wat aan de oppervlakte blijven en soms nogal wollig-spiritueel uit de hoek komen, hij kan wel heel onderhoudend vertellen. Enerzijds lyrisch en zweverig, anderzijds droogkomisch en lekker nuchter. En dan is er uiteraard nog de muziek. Carlos zit vol bijzondere livebeelden en thuisopnamen – zie hem soleren in een eerste video-opname, achttien jaar jong en al fenomenaal getalenteerd. Voor de liefhebber niet te missen dus. Maar lees als aanvulling ook nog even dat Rolling Stone-artikel.