Het is inmiddels een gegeven: The Sopranos veranderde, toen het in 1999 op de toen nog kleine kabelzender HBO debuteerde, het medium televisie voorgoed. In serieland bestaat er een vóór en na The Sopranos en iedere interessante of grensverleggende tv-serie die erná is verschenen, is – direct of indirect – geïnspireerd door de serie over een maffiabaas in New Jersey die lijdt aan paniekaanvallen. Maar wat maakt The Sopranos nou zo goed, zo anders en baanbrekend, dat we het vijfentwintig jaar nadat de eendjes uit Tony Soprano’s zwembad vertrokken nog steeds over de serie hebben?
Dat is wat de tweedelige documentaireserie Wise Guy: David Chase and The Sopranos van regisseur Alex Gibney onderzoekt. Gibney blikt met directe betrokkenen, mensen die er echt bij waren dus, opvallend openhartig terug op het succes van de serie. Geliefde castleden als Michael Imperioli (Christopher), Lorraine Bracco (dokter Melfi), Steven van Zandt (Silvio) en Edi Falco (Carmela) komen voorbij, net als schrijver Terence Winter en voormalig baas van HBO Chris Albrecht. Ook de in 2014 overleden hoofdrolspeler James Gandolfini is veelvuldig te zien op archiefbeelden waarin hij mooi vertelt over de rol die zijn leven veranderde. Al is het vooral Gibneys gesprek met schrijver en bedenker David Chase, in een replica van dokter Melfi’s praktijkruimte, die als fascinerende rode draad door de twee afleveringen loopt.