Het Monsaingeonstempel. In de klassiekemuziekwereld is het al decennia een begrip. Als de Franse documentairemaker Bruno Monsaingeon (80) zijn begeesterde blik op je carrière werpt, dan heb je het gemaakt. In het verleden maakte Monsaingeon al poëtische films over geniale musici, zoals Glenn Gould, Svjatoslav Richter, Mstislav Rostropovitsj en Yehudi Menuhin. Toppers op eenzame hoogte met wie de enthousiasmerende Monsaingeon een persoonlijke band opbouwde. Vooral zijn sfeervolle documentaires over pianist Glenn Gould genieten een legendarische status onder filmliefhebbers. De laatste jaren richt Monsaingeon zijn vizier op de klassieke supertalenten van de toekomst, onder wie violist Valeri Sokolov en pianist David Fray. ‘Ik kan geen film maken als ik niet verliefd ben,’ erkent hij onverbloemd over zijn muziekpassie. Momenteel is de filmmaker helemaal in de ban van de Finse dirigent Klaus Mäkelä. Monsaingeon omschrijft de 28-jarige Mäkelä zelfs als de beste dirigent van de 21ste eeuw.
Monsaingeons filmportret Towards the Flame, dat vanavond in Close up te zien is, schetst een opvallend relaxte en empathische Mäkelä. Uit alles blijkt dat de Fin een geboren verbinder is. Mäkelä wordt gevolgd tijdens repetities en concerten met het Oslo Filharmonisch Orkest en Orchestre de Paris. Als begintwintiger mocht Mäkelä hier al aan de slag als chef-dirigent. In 2027 stapt Mäkelä definitief over naar het Concertgebouworkest. Met zijn 31 jaar is hij dan nog altijd een piepjonge chef-dirigent. Het is indrukwekkend om te zien hoe Mäkelä zijn jeugdige bevlogenheid overbrengt op orkestmusici van alle generaties. Voor hem is dirigeren een combinatie van precieze instructies geven en musici zo veel mogelijk ruimte bieden. Dirigeren is een ongrijpbaar, mystiek metier waarbij de persoonlijkheid van de dirigent een essentieel ingrediënt is. ‘De maat slaan, het eigenlijke dirigeren, is heel eenvoudig,’ geeft Mäkelä toe in de documentaire. ‘Maar het gaat meer om de overtuiging van de dirigent dat hij de kennis en de passie voor het stuk kan overbrengen.’
Mäkelä begon als begenadigd cellist maar de passie voor dirigeren won het uiteindelijk. Af en toe pakt Mäkelä de cello nog weleens op. In de documentaire schuift hij aan bij het aanstormende Arod Quartet. Ook voor een topdirigent is het spelen van Schuberts Strijkkwintet het allerhoogste. De film opent en eindigt met het Concertgebouworkest. Mäkelä dirigeert Ravels Bolero. De grote verleidingsdans is begonnen. ‘Een orkest met een moeiteloos stralende, volle klank,’ oordeelt Mäkelä, met liefde in de stem.