Hoe komen de talkshows aan hun onderwerpen? Welke BN’er heeft belachelijke eisen en wie is oprecht aardig? En worden er inderdaad vlak voor de uitzending nog gasten afgebeld? Elke tv-kijker vraagt zich weleens af wat er achter de schermen gebeurt. En daar weten Tamar Bot (26) en Fanny van de Reijt (36) alles van. De vriendinnen draaien al jaren mee in het mediacircus en werkten bij programma’s als M, De vooravond en Jinek. In hun nieuwe podcast De mediameiden prikken ze de zeepbel van ‘Hillywood’ door. Ze bespreken recente tv-programma’s en de chips die je daarbij eet, bezoeken restaurants van BN’ers, maar delen vooral smeuïge en hilarische anekdotes over het bestaan als talkshowredacteur. In een Amsterdams grand café (niet van een BN’er) vertellen ze over hun kijk op het beroep.
Tamar Bot en Fanny van de Reijt vertellen in podcast ‘De mediameiden’ over de hoogte- en dieptepunten uit hun bestaan als talkshowredacteur in ‘Hillywood’. ‘Het credo is: je bent zo goed als je laatste tafel.’
Fanny van de Reijt: ‘Een heel intense en soms ook echt krankzinnige wereld. Vooral bij het “hoofdveld” oftewel de Champions League: de dagelijkse talkshow. Dat is waar het echt gebeurt, en dat gaat gepaard met veel stress en hysterie. Je werkt in een groot team met veel jonge mensen, het wordt onderling altijd een beetje een soap. Dat merkte ik vooral toen ik bij De wereld draait door ging werken. Dat programma werd enorm goed bekeken en had veel aanzien, maar achter de schermen dacht ik weleens: waar ben ik in beland?’
Tamar Bot: ‘Als tv-redacteur zit je elke drie à vier maanden op een ander project. Je ontmoet veel leuke mensen en maakt samen van alles mee. Het is bijna of je samen op kamp bent. Er werken veel boeiende persoonlijkheden in de mediawereld, daar hou ik van. Het is nooit saai, maar wel vermoeiend. Je moet constant beschikbaar zijn en de druk is hoog. Het credo is: je bent zo goed als je laatste tafel.’
FvdR: ‘Het is wel verslavend. Collega’s zeggen regelmatig dat ze er helemaal klaar mee zijn, maar weinig mensen stappen er echt uit.’
TB: ‘Het is superdynamisch. Je bent altijd weer met iets anders bezig. Dan mag je Adriaan van Dis en Connie Palmen bellen en van alles aan ze vragen, dan weer Gerard Joling of Danny de Munk. Je spreekt leuke mensen en verdiept je in allerlei onderwerpen.’
FvdR: ‘Talkshowonderwerpen zijn een soort spreekbeurtjes, thema’s die je helemaal uit gaat pluizen. Ik vind het lekker om me even te verliezen in zo’n onderwerp en van een klein krantenberichtje een mooi televisie-item te maken.’
TB: ‘In het begin vond ik dat moeilijk, maar nu helemaal niet meer. Het helpt om het zo te draaien dat het lijkt of je de gast een plezier doet dat hij niet hoeft te komen. Veel mensen weten ook wel hoe het werkt bij talkshows, dat je altijd weer afgebeld kan worden.’
FvdR: ‘Een presentator kan weleens over een gast zeggen: “Ik heb gewoon niet zo’n zin in die persoon.” Dan moet je een smoes verzinnen om af te bellen. Ik vind het nog steeds vervelend om dat te doen. De wereld draait door stond er ook om bekend. Ik heb meegemaakt dat ik mensen moest afzeggen die al op de parkeerplaats stonden. Dat was de eerste keer dat dacht: nu ga ik over mijn eigen grenzen in dit werk.’
TB: ‘Die gekte zit er wel echt in. Je wilt altijd het beste programma maken, maar de menselijke maat komt wel heel laag op de prioriteitenlijst.’
TB: ‘Dat is soms wel lastig. Ze staan onder grote druk en er hangt veel van ze af. Maar het is wel leuk om normaal tegen elkaar te blijven doen, en de een is daar wat beter in dan de ander. We maken in de podcast grapjes over een “angstcultuur”, maar er is wel echt veel stress en een hoge werkdruk, waarbij soms aan redacteuren voorbij wordt gegaan. En ik ben zzp’er: als ik voor mezelf opkom, gooi ik misschien mijn eigen glazen in voor een volgende opdracht.’
FvdR: ‘Ik heb gelukkig nooit te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag, zoals bij The Voice, maar de spanningen lopen weleens hoog op.’
FvdR: ‘Je moet alles van je af kunnen laten glijden. Het heeft mij altijd wel geholpen dat ik de televisiewereld niet helemaal serieus nam en bijvoorbeeld literatuur hoger aansloeg. Maar dat lukte mij zeker in het begin niet altijd.’
TB: ‘Zeker als je bij zo’n dagelijkse talkshow werkt moet je er vol voor gaan, het gevoel hebben dat dit het belangrijkste ooit is. Tegelijkertijd moet je ook kunnen denken: het is maar een tv-programma, laat het gaan. Het werk serieus nemen, maar ook relativeren, dat kan best moeilijk zijn.’
FvdR: ‘Ja, dat is het onzichtbare van televisieredacteur zijn: je bent eigenlijk helemaal niks. Daar moest ik in het begin wel aan wennen, want ik kom uit de schrijvende journalistiek. Ik heb een column gehad in Het Parool en ook voor andere media geschreven. Daar stond mijn naam bij, nu kom ik niet eens meer op de aftiteling. Maar later vond ik het ook wel leuk om onderdeel te zijn van een geoliede machine.’
TB: ‘Het heeft ook iets veiligs. Dat merken we ook nu we deze podcast maken. Normaal gesproken zeggen wij een minuut voor het moment suprême tegen de presentator: “Nou, succes.” Daarna is het uit onze handen. In de podcast gaat het wel over onszelf.’
FvdR: ‘Nou, niet iedereen, maar de juiste persoon toevallig wel. Wij werkten samen bij Media Inside, het mediaprogramma van Gijs Groenteman en Marcel van Roosmalen. Gijs hoorde ons voor de opnames samen het programma doornemen en een beetje roddelen. Hij zei dan altijd: “Ik luister hier zo graag naar.” Onlangs heeft hij met Teun van de Keuken en Guusje de Vries een podcastbedrijf opgericht, dus toen hebben we een pilot gemaakt.’
TB: ‘Iedereen die er werkt neemt de tv-wereld heel serieus, maar we willen ook laten zien wat voor gekte het eigenlijk is. We praten in de podcast over nieuwe programma’s zoals we dat zonder microfoon zouden doen. Je hoort dat wij weten hoe televisie maken werkt, alleen wilden we niet dat het een soort roddelpodcast zou worden. We weten natuurlijk best veel, we kennen veel BN’ers en verhalen gaan snel rond, maar we willen geen juicekanaal zijn.’
FvdR: ‘Door onze ervaring voelen we aan wat werkt en hoe je iets interessant maakt. We denken altijd meteen in rubriekjes en draaiboeken, een verhaal met een kop en een staart. Soms moeten we dat juist een beetje loslaten, want bij een podcast hoeft dat niet. Daar mag je juist best even uitweiden en inzoomen op een detail.’
FvdR: ‘Toen we vertelden over onze plannen voor deze podcast zeiden collega’s tegen ons: “En jij wilt blijven werken in de tv-wereld? Nou, succes!” Sommigen wilden niet meer met ons uit eten en reageerden heel afhoudend. Nu de eerste afleveringen zijn geweest, zijn ze wel wat gekalmeerd, maar het is wel lastig om te bepalen hoeveel we prijsgeven.’
TB: ‘Je weet soms ook niet waar mensen over vallen. Mijn eigen blunders vertel ik, maar een nare situatie voor een ander niet.’
FvdR: ‘De laatste tijd heb ik zelfs meer klussen aangeboden gekregen dan normaal. Tot nu toe gaat het dus goed, al denk ik dat we nog wel een keer in de problemen komen door een uitspraak. Hopelijk begrijpen de luisteraars dat sommige dingen ironisch bedoeld zijn.’
De Mediameiden
Podcast De mediameiden is te beluisteren in alle podcastapps.