De dochters van Tout Lui Faut
Maartje Duin en Peggy Bouva zijn met elkaar verbonden door de plantage van hun voorouders. ‘Stelselmatige vernedering is heel moeilijk te erkennen.’
In het Nationaal Archief vindt Maartje inderdaad een suikerplantage waarvan een van haar voormoeders aandeelhouder was: Tout Lui Faut in Suriname. En het duurt ook niet lang tot ze stuit op een achternaam van een slavenfamilie, die alleen daar voorkomt: Bouva. Op Facebook vindt ze al snel de naam van Peggy Bouva (1978). Deze Rotterdamse kwaliteitsmedewerker bij gemeenten wist ook wel het een en ander van haar familiegeschiedenis, maar niet zo veel als ze zou willen. Ze stamt af van Afrikaanse slaven in Suriname. Ze had al eerder geprobeerd haar stamboom uit te zoeken, maar kwam toen niet erg ver. ‘Ik was nieuwsgierig naar de geschiedenis van mijn familie, voornamelijk op de plantage, maar ik kreeg de puzzel niet compleet. Dus toen Maartje vroeg of ik zin had om samen met haar op onderzoek uit te gaan, zag ik dat meteen zitten. Natuurlijk was het wel een beetje apart toen ze vertelde dat ze een nazaat is van een plantage-eigenaar. Maar ik vond het moedig dat ze me durfde te benaderen en dacht: dit is een mooi moment om die zoektocht op te pakken.’
Schuld
Duin: ‘Jazeker. Ik kan wel op zoek gaan naar de sporen van mijn familie, maar kan ik daarmee het verhaal van het slavernijverleden vertellen? Die mensen zaten in Nederland. Geschreven bronnen gaan ook altijd uit van het perspectief van de machthebber. Zo stuitten we op koloniale verslagen waarin het aantal zweepslagen voor “halsstarrige weigering” van het werk minutieus was vastgelegd. En een notariële akte waarin mijn betbetovergrootmoeder tekende voor de ontvangst van compensatiegelden. Want bij de afschaffing van de slavernij in 1863 kregen niet de vrijgemaakten, maar de plantage-eigenaren betaald: 300 gulden per vrijgemaakte. We gingen ook op zoek naar mondelinge overlevering binnen de familie Bouva. Sommige van deze verhalen gingen terug tot begin negentiende eeuw, en zij vulden vaak de geschreven bronnen aan. Ik wilde me ook verbinden met het maatschappelijk debat van nu: wat is de emotionele waarde van het slavernijverleden? Hoe kan het dat er anno 2020 nog bevolkingsgroepen lijnrecht tegenover elkaar staan in een zwartepietendiscussie? Waarom komen die witte geschiedschrijving en de zwarte beleving niet bij elkaar?’
Duin: ‘Ja, zeker! En het is ontzettend moeilijk. Telkens als ik dacht te weten hoe het zat, bleek het toch nog een slagje ingewikkelder. Ik werd daarbij ook geconfronteerd met de blinde vlekken die ik heb vanwege de cultuur waarin ik ben opgegroeid. Als witte mens hoefde ik nooit te bedenken hoe het is om zwart te zijn. Terwijl de zwarte mens in Nederland heel goed weet hoe hij om moet gaan met de witte meerderheid. Ik liet Peggy een montage horen waarin mijn moeder iets onhandigs zegt over Zwarte Piet. Ik dacht dat ze dat misschien heel erg zou vinden. Maar dan zegt Peggy: “Nee joh, dat weet ik toch allang. Dat is mijn leven.” Terwijl ik er nu pas voor het eerst over na moet denken.’
Stelselmatige vernedering
Bouva: ‘Het ging mij ook om erkenning van mijn voorouders. Ik wist dat ze in slavernij hadden geleefd, maar ik wist hun namen niet. Ik heb ook veel geleerd over hoe het eraan toeging op de plantage zelf, bijvoorbeeld hoe en waarvoor de slaven gestraft werden. We hebben brieven gevonden van een Zwitserse toezichthouder over het leven op de plantage in 1825. Hij beschreef hoe de tot slaaf gemaakten bij springtij vier dagen en nachten achter elkaar moesten werken om met de watermolen het suikerriet te persen. Er lagen ook mensen aan de ketting. Mijn voorouders leefden in die tijd ook op Tout Lui Faut, dus dat soort concrete details maakten veel indruk. Ik vroeg me af wat er in mijn voorouders omging. Drie, vier generaties zijn in slavernij geboren. Heb je dan het idee dat het ooit afgelopen zal zijn? En hoe zouden zij naar hun nazaten kijken?
De plantage van onze voorouders
De plantage van onze voorouders (Prospektor/VPRO) is vanaf zaterdag 30 mei te horen op vpro.nl/plantage en in de podcastapps.
De serie wordt vanaf 31 mei wekelijks op zondagochtend om 10.00 uur uitgezonden in OVT (NPO Radio 1).