Een knappe barkeeper, een rijke drieling, een droogklotige wiskundige, een Algerijnse herder en een Oekraïense soldaat – allemaal komen ze voorbij in het jaarlijkse zomerboekenoverzicht van de VPRO Boekengids.
De nakomer
Jean Hanff Korelitz
Na de eerste pagina’s weet je al dat je gebeiteld zit met dit satirische familie-epos in de beste joods-Amerikaanse traditie. Tegelijkertijd wordt er geknipoogd naar negentiende-eeuwse zedenkomedie’s, met vrolijke hoofdstukondertitels als ‘Waarin Sally Oppenheimer perplex naar een stoelpoot staart’. De vier reageerbuisjes op de cover verwijzen naar de wijze waarop de kinderen Oppenheimer zijn verwekt: een drieling die elkaar niet kan luchten of zien, en de nakomer uit de titel. Dat ze geboren worden in een welgestelde New Yorkse familie blijkt geen garantie voor levensgeluk. Hun afstandelijke vader geeft meer om zijn kunstverzameling dan om zijn kinderen en hun volgzame moeder slaagt er niet in het gedroomde gezin bijeen te houden. Na vijftig jaar Oppenheimers neem je met tegenzin afscheid van ze.
(Borgerhoff & Lamberigts)
De halve maan
Mary Beth Keane
Malcolm is de knappe barkeeper waar iedereen voor valt, Jess is de vrouw die hem heeft veroverd. Hun aanvankelijk jaloersmakende relatie begint scheurtjes te vertonen als een zwangerschap uitblijft (‘in de zes en een half jaar dat ze het probeerden dacht Jess elke ochtend als ze wakker werd meteen aan haar eierstokken’) en de kroeg in financieel zwaar weer blijkt te verkeren. Terwijl stresskip Jess zich steeds meer zorgen maakt, blijft struisvogel Malcolm hardnekkig beweren dat alles goedkomt. Een feelgoodroman over moderne relatieproblemen, waarin de plot er niet echt toe doet. Met een mooie bijrol voor Neil, die acuut zijn aantrekkingskracht verliest als hij bij thuiskomst stilzwijgend de oppas corrigeert door eerst even de borden andersom in de afwasmachine te zetten.
(Signatuur)
Kwade wind
Kaouther Adimi
Met De boekhandel van Algiers brak Adimi internationaal door. Nu komt ze met een roman waarin ze bijna een eeuw Algerijnse geschiedenis verpakt in een verhaal over de dorpsgenoten Tarek, Saïd en Leïla, die opgroeien in de jaren twintig. Tarek wordt herder, Saïd gaat in Tunis studeren en Leïla trouwt op haar vijftiende. De opstand tegen de Franse overheersers eindigt in een zwaarbevochten overwinning, maar als de euforie over de Algerijnse onafhankelijkheid is gezakt, blijkt dat je van ‘vlaggen, nationalistische liederen en hoop’ niet kunt leven, dus gaat Tarek noodgedwongen in Europa werken. Dan publiceert Saïd een pikante roman die hun levens ingrijpend zal veranderen. Als de moslimfundamentalisten terrein winnen, verdampt ook het laatste restje optimisme over een betere toekomst.
(Ambo|Anthos)
De bevertheorie
Antti Tuomainen
Na De haasfactor en De elandparadox is dit de derde komische thriller over antiheld Henri Koskinen. Deze droogklotige wiskundige werkte als actuaris bij een verzekeringsmaatschappij, waar hij de premies berekende, totdat hij van zijn gokverslaafde broer een zieltogend pretpark erfde. In het eerste deel probeerde Henri BlijEnVrij nieuw leven in te blazen, daarbij gehinderd door criminelen die hij dankzij zijn bètabrein te slim af was. In deel twee zijn weigeren louche figuren hem een cruciale nieuwe elandattractie te leveren en in het derde deel is het een rivaliserende pretparkeigenaar die hem het leven zuur maakt, terwijl Henri net is gaan samenwonen en probeert te wennen aan zijn rol als bonusvader. Geen nagelbijters, deze boeken, wel aangenaam absurdistisch vakantievermaak.
(Prometheus)
Het kaartenhuis
Katy Hays
Ann is net afgestudeerd als kunsthistoricus, met een specialisatie in de vroege renaissance. Zo belandt ze in The Cloisters, een museum voor middeleeuwse kunst dat is opgebouwd uit brokstukken van twaalfde-eeuwse Europese abdijen. Daar doet ze onderzoek onder leiding van de charmante conservator Patrick en zijn assistent Rachel, die mooi, rijk en intelligent is, maar ook leugenachtige trekjes vertoont. Algauw vermoedt Ann dat er iets mysterieus gaande is tussen de dikke muren van The Cloisters, waar occulte zaken worden onderzocht. Het kaartenhuis wordt in Amerika vergeleken met Donna Tartts De geheime geschiedenis. Hays heeft haar historische research goed gedaan en neemt alle tijd om de spanning op te voeren in deze verslavende academische thriller over jaloezie, ambitie en een pakje vijftiende-eeuwse tarotkaarten.
(Ambo|Anthos)
Feria
Ana Iris Simón
Als kind al droomde Ana Iris Simón van een leven in Madrid, ver weg van het kale, droge binnenland van La Mancha, waar Don Quichot tegen windmolens vocht. Haar ouders werken bij de post en haar grootouders trekken met hun speelgoedkraam rond, langs kermissen en jaarmarkten. Eenvoudige mensen die onderaan de sociale ladder staan. Simón geneerde zich voor haar afkomst, maar als ze begin dertig is en in Madrid dat gedroomde grotestadsleven leidt, realiseert ze zich dat ze jaloers is op wat haar ouders op die leeftijd hadden: een eigen huis en een vaste baan. In Feria, een bestseller in Spanje, schrijft Simón liefdevol over het eenvoudige plattelandsbestaan van haar (groot)ouders en vraagt ze zich af wat nu eigenlijk de verworvenheden van haar generatie zijn.
(DasMag)
Wat de stenen ons vertellen
Clara Dupont-Monod
In een dorp in de Cevennen werpen de ouders van een pasgeboren baby een laatste blik op wat hun leven was. Hun derde kind is blind en zal nooit kunnen lopen of praten. Hij kan huilen of lachen, maar meer niet. ‘De ouders stierven een beetje, ergens in hun hart werd het donker.’ Wat gebeurt er binnen een gezin als er zo’n kindje wordt geboren? Daarover gaat deze poëtische en ingetogen roman. De oudste zoon ontfermt zich liefderijk over zijn broertje, voert hem wortelpuree en streelt zijn wangetjes tot hij lacht. Hun zusje voelt alleen afkeer. Ze krijgt kippenvel van zijn lege ogen, walgt van zijn stinkende adem. Langzaam raken de gezinsleden elkaar kwijt, totdat zich onverwacht nog een broertje aandient.
(Meulenhoff)
De schok
Auður Jónsdóttir
Saga wordt op straat gevonden na een epileptische aanval. Het enige wat ze nog weet is dat ze haar zoontje Ívar bij zich had. Waar is hij gebleven? Aan haar ziekenhuisbed stelt haar moeder haar gerust: Ívar blijft zolang bij zijn vader. Rondtastend in haar haperende geheugen probeert Saga erachter te komen hoe haar leven eruitzag voor die aanval. Er is iets met de vader van haar zoon, maar wat? En vertellen haar ouders en haar zus, die haar liefdevol oplappen, wel de waarheid? Jónsdóttir, kleindochter van Nobelprijswinnaar Halldór Laxness, laat ons binnen in het bange, verwarde hoofd van Saga, die verzwijgt hoe slecht ze eraan toe is terwijl ze wanhopig probeert de brokstukken van haar geheugen bij elkaar te vegen.
(Mozaïek)
De dood van een soldaat verteld door zijn zus
Olesya Khromeychuk
Hoewel Lviv ‘een rijk theaterleven en overheerlijke koffie’ heeft, vertrokken Khromeychuk en haar beide broers al jong uit hun geliefde geboortestad. Zij zou als historica aan de universiteit van Cambridge terechtkomen, haar oudste broer Volodya meldde zich na enige omzwervingen vrijwillig bij het leger. In 2017 sneuvelde hij in een loopgraaf in de Donbas. Hij was 42. In dit hartverscheurende boek probeert Khromeychuk de impact van de dood van haar grote broer te beschrijven. De foto’s van zijn lijk in de modder, haar moeder die haar gesneuvelde zoon in zijn kist vaarwel zegt, de pogingen zijn strenge militaire graf wat gezelliger te maken. Een getuigenis vol verdriet, wrok, angst, haat en liefde dat de oorlog heel dichtbij brengt.
(Atlas Contact)
De perfecties
Vincenzo Latronico
Twintigers Anna en Tom zijn creative professionals (‘ze vonden het zelf ook een vage, irritante term’) die zijn neergestreken in Berlijn. Ze doen freelanceklussen voor microbrouwerijen en vegan banketbakkerijen, lopen feestjes af in de stad en lachen de bezorgdheid van behoudende Italiaanse verwanten over hun levensstijl weg. ‘De vorm van volwassenheid waar hun families het over hadden (…) was het script van een andere generatie.’ Zij laten zich leiden door de socials. Afmattende nachtelijke dansfeestjes vol drugs maken plaats voor etentjes aan sloophouten tafels vol geroosterde seizoenswortels en natuurwijn. Hoe vervullend is dit leven? Dat is de vraag die Latronico zichzelf stelt in deze scherpe roman over dolende twintigers die op zoek zijn naar hun plek in de wereld.
(Bezige Bij)
De liefdesliederen van W.E.B. Du Bois
Honorée Fanonne Jeffers
Met deze mammoettanker ben je wel een vakantieweek (of twee) onder de pannen. Dichter Jeffers werkte tien jaar lang aan haar debuutroman over de geschiedenis van zwart Amerika, verteld vanuit het perspectief van één familie: die van Ailey Pearl Garfield. De Garfields behoren tot de zwarte elite en ook van Ailey worden grootse academische prestaties verwacht. Zij voelt zich verscheurd tussen twee werelden: die van het achtergebleven Zuiden, waar haar familieleden orgaanvlees eten en hun meubels met plastic bedekken, en die van het progressieve Noorden, waar grootmoeder Nana, die er trots op is dat ze voor wit kan doorgaan, een dienstmeid heeft die de wc schoonmaakt en de kip braadt. Een monumentale roman over slavernij, misbruik, verslaving en de band tussen zwarte en inheemse Amerikanen.
(Meulenhoff)
De heksen van Milford
Josephine Tey
Marion Sharpe en haar moeder wonen in The Franchise, een afgelegen landhuis in de buurt van het dorpje Milford. Als de vijftienjarige oorlogswees Betty verdwijnt en een maand later weer opduikt, beweert ze dat ze gevangen werd gehouden in The Franchise. De dorpelingen geloven haar verhaal grif en richten collectief hun woede op de twee vrouwen. De enige die twijfelt aan Betty’s beschuldiging is dorpsadvocaat Robert Blair. De Schotse Josephine Tey geldt als een van de beste thrillerschrijvers van de twintigste eeuw (The Daughter of Time werd in 1990 verkozen tot beste crime novel aller tijden), toch zijn er veel crimeliefhebbers die haar niet kennen. De heksen van Milford, waarvoor Tey zich liet inspireren door een spraakmakende achttiende-eeuwse zaak, verscheen in 1948 en werd drie keer verfilmd.
(Manteau)
De geschiedenis
Elsa Morante
Deze lijst zou niet compleet zijn zonder een boek van Elsa Morante. Na Het eiland Arturo en Leugens en tovenarij is er nu ook een vertaling van haar meest succesvolle roman, waarin ze een stem en een gezicht gaf aan de gewone, ongeletterde slachtoffers van de oorlog. De geschiedenis begint in 1941, met een Duitse soldaat die dronken door de straten van Rome zwalkt. Daar loopt hij weduwe Ida tegen het lijf. Hij verkracht haar, met als gevolg dat Ida er naast haar recalcitrante zoon Nino nog een zoon bijkrijgt: de piepkleine maar puntgave Useppe. ‘Zelf was ze na de bevalling zo uitgemergeld dat ze net een zwerfhond leek die op een hoek van de straat heeft gejongd’. Ondanks alles brengt hij vreugde in duistere tijden.
(Wereldbibliotheek)