De beelden en verhalen over kijken, camera’s en surveillance in All Light, Everywhere zetten aan tot nadenken over wat wordt gezien en vastgelegd.

Stel, je bent politieagent, komt op een melding af en daar stuift iemand op je af met een mes. Je pakt je wapen en schiet, de persoon tegenover je valt neer op de grond. Een noodlottige gebeurtenis, maar hoe bewijs je precies dat diegene agressief gedrag vertoonde en dat jouw handeling gerechtvaardigd was? Met een bodycam natuurlijk, een klein cameraatje op je borst dat nauwkeurig alles vastlegt wat jij ziet. In de Verenigde Staten werkt zo’n vijftig procent van de politie-eenheden met het apparaatje.

Maar die camera’s schenden wel de privacy van mensen en verhogen de mate van camerasurveillance op straat. Houden we wel genoeg rekening met die nadelen als we alle politieagenten zo’n camera geven? Bovendien dient het systeem nu vooral de politie, aangezien zij niet altijd zomaar de beelden vrijgeeft. Als je als slachtoffer of als familie van een slachtoffer wil bewijzen dat je onterecht gewelddadig bent bejegend terwijl je niets verkeerd deed, kun je er niet van op aan dat de bodycambeelden je helpen in je zoektocht naar gerechtigheid.

Er is in ieder geval één iemand ontegenzeggelijk enthousiast over de kleine apparaten: Steve Tuttle. Hij is de woordvoerder van Axon, een bedrijf dat een groot deel van de bodycams en tasers voor de Amerikaanse politie produceert. Geheel overtuigd van het belang van tasers en bodycams leidt Tuttle de makers van All Light, Everywhere rond door het bedrijf. Deze documentaire is echter allesbehalve een verkooppraatje voor die bodycams. Regisseur Theo Anthony zet in essayistische vorm allerlei beelden en verhalen over kijken, camera’s en surveillance naast elkaar, waardoor je gaat reflecteren op wat we zien en vastleggen.

We kijken bijvoorbeeld naar luchtfoto’s genomen door duiven. Zij waren begin twintigste eeuw namelijk al bodycamdragers: in 1908 deed een Duitse uitvinder hen kleine camera’s om die automatisch elke paar seconden foto’s namen. De gebouwen en weilanden die de duif fotografeerde staan er weliswaar enigszins scheef op, maar de vogels waren wel handige dataverzamelaars. Dat dacht de Duitse legerleiding een paar jaar later ook, toen ze de duiven tijdens de Eerste Wereldoorlog luchtfoto’s lieten nemen van vijandelijk terrein, met strategische voordelen tot gevolg.

De consequenties van de mogelijkheden van technologie zijn dus niet te overzien, lijken die duivenfoto’s te willen zeggen. Woordvoerder Tuttle van Axon lijkt zich daarvan niet bewust. Vol overtuiging blijft hij zijn bodycams aanprijzen.

de nieuwste documentairetips in je mailbox?