In de vierdelige jeugddocumentaire Zo dood als een pier praat een Amsterdamse schoolklas zonder schroom over doodgaan.

De 7e Montessorischool in Amsterdam is een basisschool als alle andere: leerlingen met grote rugtassen krioelen door de gangen, de klaslokalen zijn vrolijk versierd en er heerst een overzichtelijke chaos. Alleen zijn de kinderen op deze school de afgelopen jaren bijzonder vaak geconfronteerd met de dood. Juf Tineke stierf aan kanker, juf Pleun kreeg een hartaanval en nu is juf Thirsa ook nog ongeneeslijk ziek. Ze heeft een hersentumor. ‘Hoe komt het eigenlijk dat er zo veel leraren dood zijn gegaan op deze school?’ vraagt leerling Mohamed zich af. ‘Ik weet het niet,’ antwoordt juf Erica. ‘Gewoon dikke vette pech.’ Mohamed: ‘Jammer.’

De vierdelige jeugddocumentaire Zo dood als een pier (HUMAN), gemaakt door regisseur Sara Kolster, volgt een groep leerlingen tijdens een cyclus van de schooltuin, van zaaien tot oogsten. Daar is de dood net zo’n vanzelfsprekend onderdeel van de natuur als het leven. Van bovenaf lijkt het veld vol rechthoekige schooltuintjes zelfs verdacht veel op een kerkhof, zeker wanneer de leerlingen hun zelfgemaakte naambordje erbij zetten. Terwijl de kinderen onkruid uit de grond trekken, dode beestjes tegenkomen in het zand en zich afvragen of een worm doorleeft als je hem doormidden hakt, praten ze vrijelijk met elkaar over doodgaan. Ze laten hun fantasie de vrije loop over manieren waarop je dood kunt gaan: door een auto, een virus, een hartaanval, gekookt in een pan of door kannibalen opgegeten worden. Kleurrijke illustraties verbeelden hun fantasieën.

Bijna alle kinderen kennen wel iemand die is doodgegaan: grootouders, een van de juffen, een hamster of de goudvis die niet bestand bleek tegen handgel. Ze vinden het niet eng om over de dood te praten, net als in de natuur hoort het er gewoon bij. Maar het is wel stom als het zo dichtbij komt. Het is knap hoe de kinderen op hun eigen emoties reflecteren. Minh huilt niet zo snel als ze iets erg vindt, vertelt ze. Ze wordt vooral heel boos. ‘Dan begint het bij mij te onweren. Ik word helemaal heet. En dan moet ik heel snel ademhalen.’ Ze doet even voor hoe dat gaat.

Hoewel het niet leuk is om verdrietig te zijn, kan er ook iets moois ontstaan uit die vervelende emoties, vertelt Mohamed aan zijn vriend Anthony: ‘Toen juf Tineke overleed, had ik gewoon een vriend nodig. Daarom ben ik toen vrienden geworden met jou. Net zoals meester Thijs zegt: “Als er iets doodgaat, dan groeit er weer iets nieuws.”’

de nieuwste documentairetips in je mailbox?