Zappa de kat heeft 114.000 volgers op Instagram en een sponsordeal met Nike. ‘Er wordt vaker gevraagd hoe het met Zappa gaat dan hoe het met mij gaat,’ merkt haar baasje Lana op. ‘Dat is wel heel bijzonder, dat mensen jouw huisdier aanbidden.’
Geen hit op internet, maar zeker zo bijzonder, is reuzenslak Nokia. Bij eigenaar Runa roept het weekdier mystieke gevoelens op: ‘Ze is een soort alien, maar wel een heel vertrouwde alien. Ze is er gewoon, ze bestaat tegelijkertijd met mij.’
En dan is er Frans, een joekel van een varken, dat naast bezitter Kim op de bank zit en wordt gevoerd en uitgelaten als een hond. Sinds de partner van Kim ervandoor is, mag Frans ’s nachts naast haar slapen: ‘We delen een eenpersoonsbed nu, beregezellig. Toch een grote vent in m’n bed.’ Al heeft zo’n groot, koppig beest ook wel nadelen: na een middagje wandelen in het bos duurt het soms anderhalf uur om hem de auto in te krijgen.
Zappa, Nokia, Frans en hun eigenaren worden opgevoerd in de documentaire M’n beessie en ik van Johan Kramer. De film draaide vorig jaar in de bioscoop en wordt nu, iets ingekort, uitgezonden als 2Doc. In interviews vertelt Kramer (medeoprichter van reclamebureau KesselsKramer en regisseur van films als Johan Primero en Keeper) dat het idee voor de documentaire ontstond toen hij eens een kerstkaart ontving van zijn zus, waarop haar hondjes figureerden in kerstoutfits. Waar komt die neiging toch vandaan, vroeg hij zich af, om dieren zo te vermenselijken? Toen Kramer vervolgens in coronatijd ook een hond aanschafte, merkte hij dat hij het zelf ook deed: het huisdier emoties toedichten, er foto’s van maken, ertegen praten.
Zijn hoofdpersonen vond Kramer door navraag te doen bij dierenwinkels, dierenartsen en andere specialisten. Uit een flinke longlist koos hij ten slotte zes heerlijk markante dierenvrienden uit. Naast de eerdergenoemde duo’s ontmoeten we ook nog een kapper met drie naaktkatten, een autistisch meisje met een mopshond, en een vrouw die met haar herder aan danswedstrijden meedoet. Want, zo legt ze uit: ‘Hij zegt nooit nee, en dat deed m’n ex vaak wel.’
Hoewel er regelmatig valt te gniffelen om de vergaande liefde van de baasjes, zijn de vriendschappen ook aandoenlijk en ontroerend. Met fraai gecomponeerde shots (die zijn ervaring als reclameman verraden) en een muziekscore met fanfaretintje (van Tobias Borkert) weet Kramer een mooie, tragikomische toon te treffen, die verwondering oproept zonder te veroordelen.