In documentaireserie Girls Girls Girls uit 1998 werd een groep biculturele vrouwen in hun dagelijks leven gevolgd. Regisseur Soulaima El Khaldi pakte met vier van hen de draad weer op.

De eerste reeks van de documentaireserie Girls Girls Girls maakte diepe indruk op een jonge Soulaima El Khaldi. Vijfentwintig jaar later mag de regisseur de serie nieuw leven inblazen . In zes afleveringen volgt ze oud-PvdA-Kamerlid Amma Asante, theaterregisseur Marjorie Boston, voormalig politieagent Inge Verton en oud-advocaat Gülsen Alkan, die terugblikken op de afgelopen twee decennia, hun persoonlijke worstelingen en hun kijk op de Nederlandse samenleving.

In aflevering twee staat Alkan centraal, de dochter van een Turkse gastarbeider die destijds aan de weg timmerde als ambitieus en gewaardeerd advocaat. Ze verruilde haar veeleisende baan voor een andere passie, dansen, en flirt in deze aflevering met het idee om op een dag de politiek in te gaan. Zo spreekt ze op een Denk-bijeenkomst Tweede Kamerlid Farid Azarkan, die ze aan de tand voelt over zijn carrière.

Alkan dacht niet vaak terug aan de eerste reeks van Girls Girls Girls, maar ze had er altijd wel positieve gevoelens over. De kwetsbaarheid die ze toonde in discussies over racisme – waar ze zelf op de werkvloer mee werd geconfronteerd – vond ze achteraf wel moeilijk om naar te kijken.

Alkan: ‘Iemand zei een keer: ‘”Waarom huilt ze toch de hele tijd?” Toch vind ik het niet erg dat ik soms zo emotioneel werd. Je kunt wel heel erg vanuit een intellectuele positie discussiëren, maar dat komt niet bij iedereen aan. Wanneer je puur vanuit je emotie spreekt, bereik je naar mijn idee meer mensen. Dat was voor mij ook de reden om mee te doen aan Girls Girls Girls.’

In de zesde en laatste aflevering van de nieuwe reeks geeft El Khaldi ook het woord aan een nieuwe groep jonge vrouwen, die hun kijk op de hedendaagse identiteitspolitiek en vrouwenemancipatie geven. Hoe kijkt Alkan naar deze nieuwe generatie biculturele vrouwen?

Alkan: ‘Ik denk niet meer in termen van bicultureel en monocultureel. Ik denk niet dat de tegenstellingen in onze samenleving nog van culturele aard zijn; de strijd zit ’m in de kloof tussen de topklasse en de midden- en onderklasse. Wat dat betreft is mijn visie in de afgelopen vijfentwintig jaar gigantisch veranderd.’